Amendement redt start Technische Geneeskunde

| Redactie

De driejarige bachelor van de nieuwe opleiding Technische Geneeskunde kan definitief in september van start, dankzij een reparatiewetje dat vorige week in de Kamer is aangenomen. Een nieuwe commissie gaat zich nog eens buigen over het beroepsprofiel van de technisch geneeskundigen, dat volgens staatssecretaris Nijs 'op het ogenblik nog niet volledig helder' is.

De Tweede Kamer moest eraan te pas komen om Technische Geneeskunde het komend cursusjaar te laten starten. De splinternieuwe opleiding dreigde tussen de wal en het schip terecht te komen als gevolg van een reeks overschreden termijnen en ingetrokken toezeggingen, zowel van de kant van het ministerie als van de UT. Dit blijkt uit het verslag van de vergadering die de vaste kamercommissie voor OC&W vorige week hieraan wijdde.

De ellende begon allemaal toen het advies van de zogeheten expertgroep die het ministerie van Volksgezondheid had ingesteld om het beroepenscala in de zorg in kaart te brengen, te laat uitkwam om Technische Geneeskunde nog op te kunnen nemen in het register van opleidingen dat wettelijk van start mocht in het cursusjaar 2003/2004. Nijs liet de UT in januari weten dat Technische Geneeskunde desondanks in september mocht beginnen. Later kwam zij hier echter op terug en meldde aan de UT dat de opleiding toch nog getoetst moest worden door de kersverse Nederlandse Accreditatie Organisatie.

'Bestuurlijk onzorgvuldig', vond het CDA, bij monde van Kamerlid Jan de Vries tijdens de commissievergadering. 'Het maken van een voorbehoud was waarschijnlijk beter geweest', gaf de staatssecretaris toe. Maar ze wilde bij nader inzien geen precedent scheppen en zich toch liever aan de nieuwe procedure houden. Dat had ook makkelijk gekund, aldus Nijs, 'omdat Twente heel lang de tijd heeft gehad om de opleidingsvoorstellen aan het NAO aan te bieden.' Dat deed de UT niet (Nijs toonde zich daarover 'een klein beetje teleurgesteld'), met als gevolg dat het NAO geen tijd meer had om de vereiste toets tijdig uit te voeren.

Om een dreigend uitstel van een jaar te voorkomen, diende de Kamer onder leiding van PvdA'er Tichelaar een amendement in, waarmee de bachelorfase van de opleiding haar accreditatie alvast 'van rechtswege' krijgt (in plaats van via de NAO-toetsing). Het amendement kon rekenen op een ruime kamermeerderheid, al verdient deze 'gelegenheidswetgeving' volgens de leden van de kamercommissie 'geen schoonheidsprijs'.

Zowel Nijs als de Kamer vinden het nodig dat -wat de nieuwestudie betreft- de vinger vanaf 1 september aan de pols wordt gehouden. Dit om te controleren of de opleiding wel de afgesproken vorm krijgt: geen negende medische faculteit, niet opleidend tot arts, maar tot 'klinisch technoloog'. Volgens Nijs duurt de opleiding 'in totaliteit niet langer dan vijf jaar; misschien is er gedurende één jaar een klinische stage.'

Omdat de beroepsvereisten voor de afgestudeerde technisch geneeskundige volgens Nijs nog niet helder zijn, vindt zij dat het reeds uitgebrachte advies van de 'expertgroep' een vervolg moet krijgen. Vooral de positionering van de klinisch technoloog ten opzichte van 'bijvoorbeeld een medisch ingenieur' behoeft volgens Nijs nog de nodige aandacht. De UT en de beoogde commissievoorzitter zijn volgens Nijs inmiddels uitgenodigd om met haar en haar collega van VWS te overleggen hoe de UT de komende jaren bij het vormgeven van de opleiding 'begeleid' kan worden. Dat hoeft volgens Nijs niet tot 'betutteling' te leiden, omdat de instelling uiteindelijk autonoom is, maar: 'Wel is het van belang dat de vinger aan de pols gehouden wordt, opdat de opleiding er ook zo uitziet als de afspraken luiden.'


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.