Academische loopbaan moet voor vrouwen aantrekkelijker

| Redactie

Breken vrouwen ooit nog door het glazen plafond dat lage functies scheidt van de hogere? Het Ambassadeursnetwerk, bestaande uit zestien mannen en vier vrouwen mét hoge functies, gaat er over nadenken en er -hopelijk- wat aan doen. Eén van hen is UT-rector Frans van Vught.

Samen met de enige vrouwelijke decaan op de campus, Lieteke van Vucht Tijssen, geniet Van Vught op een bankje van de zon. In de pas aangelegde tuin achter de bestuursvleugel is het ook om negen uur 's ochtends al goed toeven. 'Zal ik even koffie halen?', vraagt de rector aan zijn gasten. De decaan knikt goedkeurend.

Het interview vindt plaats omdat Frans van Vught sinds januari lid is van het tweede Ambassadeursnetwerk, een initiatief van de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Economische Zaken. Wetenschap en bedrijfsleven moeten samen de doorstroming van vrouwen naar hogere en topfuncties een extra impuls geven. En als je het hebt over academische topfuncties, dan is Lieteke van Vucht Tijssen, decaan van de faculteit Gedragswetenschappen, een van de weinige vrouwen die er over mee kan praten. Dat doet ze dan ook.

Blij met het nieuwe kabinet?

Frans van Vught (FV): 'Ja. Mijn partij zit er in.'

We bedoelen eigenlijk de vrouwelijke deelname.

Van Vucht Tijssen (VT): 'Het moet natuurlijk fifty fifty worden. Maar je kunt niet alles tegelijk. Het is een mooi begin.'

Blij met het ambassadeursnetwerk? Zestien mannen. Slechts vier vrouwen.

FV: 'Het zijn ook juist de mannen die er aan moeten wennen en zich moeten realiseren dat dit een belangrijk punt is op de agenda.'

Realiseerde u zich dat dan nog niet?

FV: 'Blijkbaar nog niet genoeg.'

Het CvB heeft het UT-diversiteitsfonds wegbezuinigd. Waarom wordt u dan toch ambassadeur?

FV: 'Het college vindt het onderwerp wel degelijk belangrijk, maar we vinden niet dat daar een aparte organisatie-unit voor nodig is. Je moet het niet isoleren, maar het probleem breed aanpakken. Dat is veel verstandiger. In alle faculteiten moet het besef komen dat dit een probleem is dat we moeten aanpakken. En daar blijven we financiële ruimte voor zoeken.'

VT: 'Ik ben het met Frans eens. Het stimuleren van vrouwen is geen apart onderwerp maar moet onderdeel worden van het algemene personeelsbeleid. En dat hoeft niet altijd extra geld te kosten.'

Meneer van Vught, van u is bekend dat u positieve discriminatie schuwt. Maar het succesvolle Aspasiaprogramma dan?

FV: 'Positieve discriminatie is het verkeerde woord. Dat betekent zoveel als dat je een functie krijgt alleen omdat je een vrouwbent. Dat is eigenlijk een belediging.'

VT: 'Inderdaad. Bij Aspasia ging het om het indienen van kwalitatief zeer goede onderzoeksvoorstellen. Dat bracht een 'aha-erlebnis' teweeg bij de faculteiten. Die wisten helemaal niet dat ze zoveel vrouwelijk talent in huis hadden.'

In het Twentse CvB heeft nog nooit een vrouw gezeten. En mevrouw van Vucht Tijssen, ooit in Utrecht lid van het CvB, is de eerste vrouwelijke decaan. Niet echt een goed voorbeeld.

FV: 'Er hebben zich nog nooit geschikte vrouwelijke kandidaten aangemeld. En dat betreuren we. Net als met de faculteit TNW. We hadden graag een vrouw benoemd, maar die waren er niet. Gelukkig zijn er al twee vrouwelijke collegevoorzitters, Yvonne van Rooij (Tilburg) en José van Eijndhoven (Rotterdam).'

Waarom moeten er meer vrouwen in de academische top?

VT: 'Ze hebben in de eerste plaats een voorbeeldfunctie. Andere vrouwen raken daardoor geïnspireerd. Dat merkte ik zelf ook tijdens mijn loopbaan in Utrecht.'

FV: 'Een vrouw in het bestuur geeft een andere sfeer en een andere discussie, een bredere kijk op zaken. Een vrouw is minder snel geneigd haantjesgedrag te vertonen. Mannen gaan snel met elkaar in debat en vergeten de rest.'

VT: 'Ik denk dat dat klopt. Al dacht ik vroeger: dat moet toch niets uitmaken?'

En wat nu?

FV: 'Het is een kip-ei-probleem. Als er weinig vrouwen instromen, stromen er ook weinig vrouwen door. Bovendien is de techniek een mannenwereld. Maar studies als biomedische technologie, industrieel ontwerpen en straks ook technische natuurkunde trekken veel vrouwen.'

VT: 'En ook de brede bachelor zorgt hopelijk voor een grotere vrouwelijke instroom.'

Elke ambassadeur moet een aantal actiepunten opstellen en uitvoeren. Brand maar los.

FV: 'Ik wil een adviesraad diversiteit opzetten die het probleem nog meer onder de aandacht brengt en houdt. En ook komt er nog aan het einde van het jaar een congres over vrouwen en de wetenschap.'

Mevrouw van Vucht, u heeft er een lijvig adviesrapport over geschreven. Hoe komt het nou dat er na twintig jaar emancipatiebeleid op de UT slechts zeven procent van de UHD's en hoogleraren vrouw is?

VT: 'Het is een combinatie van factoren. Vrouwelijke aio's worden op een gegeven moment moeder en zijn er dan even uit. Als ze terugkomen moeten ze de zorg met een carrière combineren en hebben ze vaak een achterstand opgelopen. Die halen ze niet meer in. In Wageningen doen ze daarom aan functiedifferentiatie. Iemand die in deeltijd werkt concentreert zich puur op onderzoek en wordt vrijgesteld van andere taken, zo raken ze niet achter. Bovendien is er zoiets als bestuursblindheid: mannelijke bestuurders gaan doorgaans eerst op zoek naar een mannelijke kandidaat. En ook zijn mannen beter in het informele netwerken waardoor ze weten met wie ze moeten praten en op welk moment. Ze zoeken al snel een informele coach. Vrouwen doen dat niet en zijn afhankelijk van formele stappen.'

FV: 'Dat Wageningse model, dat spreekt me wel aan.'

VT: 'Ook als het gaat om publiceren moet er wat veranderen. Iemand die in deeltijd werkt, publiceert nooit zoveel als een fulltimer. Waarom niet iemand vragen zijn beste vijf publicaties mee te nemen in plaats van louter naar de lengte van de lijst te kijken.'

FV: 'Of neem de citatie-index als criterium. Kwaliteit, daar gaat het om.'

Mevrouw van Vucht Tijssen. Bent uzelf tegengewerkt in uw carrière omdat u vrouw bent?

'Als je me dat twintig jaar geleden had gevraagd had ik nee gezegd. Maar nu moet ik toegeven dat het wel zo is. Toen ik bijvoorbeeld aio was hadden we als aio's onderling de afspraak om elkaar steeds een jaar vrij te stellen van onderwijstaken zodat die ander zijn proefschrift kon schrijven. Toen het eindelijk mijn beurt was vond mijn leidinggevende het eigenlijk maar onzin dat vrouwen gingen promoveren. Het heeft me erg veel moeite gekost om toch nog een promotor te vinden.'

Fungeert u zelf ook als coach voor jong vrouwelijk talent?

'Als ik er een zie die goed is dan zal ik haar zeker stimuleren. Coaching is erg belangrijk. Net als de inzet en het commitment van het CvB en de decanen. Meer faciliteiten voor werk en zorg. Een universitaire loopbaan moet aantrekkelijker worden.'

Maaike Platvoet en Jannie Benedictus

Frans van Vught en Lieteke van Vucht Tijssen koesteren zich in de zon.


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.