Overstap naar een 'boeiende omgeving'

| Redactie

Nostalgische overwegingen hebben bij zijn keuze geen enkele rol gespeeld, verzekert professor Alfred Bliek. De UT-alumnus wordt in september de eerste decaan van de nieuwe faculteit Technische Natuurwetenschappen en verruilt Amsterdam voor Twente 'omdat hier wetenschappelijk hele boeiende dingen gebeuren.'

Bliek (48) studeerde en promoveerde tussen 1976 en 1984 aan de UT (chemische technologie) en keerde na een carrière in het bedrijfsleven (Philips Electronics) terug naar de wetenschap. Momenteel is hij wetenschappelijk directeur van twee instituten aan de Universiteit van Amsterdam: het Instituut voor Technische Scheikunde en het Van der Waals-Zeeman Instituut voor experimentele fysica. Saillant detail: UvA-coryfee Ad Lagendijk, die vanwege asbestperikelen in zijn laboratorium met een trits medewerkers naar de UT overstapte, was medewerker van het Van der Waals-Zeeman Instituut, dat Bliek nu als interim-directeur leidt.

Bent u ook op de vlucht voor slechte arbeidsomstandigheden?

'Nee, ik ben juist bezig geweest om dat probleem op te lossen. Het ís natuurlijk ook een groot probleem als je laboratorium plotseling gesloten wordt omdat er asbest gevonden is. Vooral voor een experimenteel lab, zoals dat van Lagendijk, vind je niet zomaar vervangende ruimte. Maar het grootste deel van die klus is eind dit jaar klaar.'

Waarom dan wel weg uit Amsterdam?

'Ik ga niet weg uit Amsterdam, maar ik kom naar Twente! Dat ik hier decaan word is voor mij een geweldige stap vooruit. Nostalgische overwegingen hebben daarbij geen enkele rol gespeeld, al heb ik hier wel met ontzettend veel plezier gestudeerd, gewoond en gewerkt. Van zo'n campus kunnen Amsterdamse studenten alleen maar dromen. Maar ja, Amsterdam heeft natuurlijk weer andere voordelen.

'Zo'n baan als deze zou ik ook wel in Delft of Eindhoven hebben willen doen, ja. Maar aan de UT gebeuren wel extra boeiende dingen, rondom Technische Geneeskunde en Mesa+ bijvoorbeeld. Dat zijn hele specifieke dingen voor Twente en heel boeiend om mee bezig te zijn.'

U wordt decaan van een fusiefaculteit en rolt in een net uitgedachten zwaar bevochten bestuursmodel. Begint u eigenlijk niet aan een vreselijke hondenbaan?

'Ik ben blij dat de boel hier weer enigszins gekalmeerd is na de reorganisatieperikelen. Maar dit soort problemen heb je overal; ook in Amsterdam en ook in Delft. Er is een duidelijke trend om de technische natuurwetenschappen onder één dak te brengen. Mede uit financiële noodzaak, maar er zit ook een zekere logica in. Chemische Technologie en Technische Natuurkunde groeien gewoon naar elkaar toe en dat maakt zo'n stap naar één faculteit makkelijker.

'En wat betreft het nieuwe bestuursmodel: dat decanen en onderzoeksdirecteuren aan de UT een gelijkwaardige positie hebben gekregen is natuurlijk wel anders dan bij andere universiteiten, waar de decaan de baas is. Op zich denk ik dat het een werkbaar model is. Ik beschouw het als een experiment en zie straks wel hoe het werkt.'

Wat is er nou leuk aan het leiding geven aan een heleboel ontzettend eigenwijze mensen?

'De laatste jaren zat er in mijn loopbaan al een verschuiving van onderzoek naar management. Er werken 160 mensen bij de twee instituten die ik nu onder m'n hoede heb en daar kosten de managementtaken ook echt al wel veel tijd en energie. Ik had ook naar het bedrijfsleven kunnen gaan, maar ik doe dit liever. Een bedrijf lijkt dynamischer, maar vooral productiebedrijven hebben toch veel routinematigs. Een universiteit is een veel spannender omgeving. En natuurlijk hebben met name hoogleraren een zekere mate van eigengereidheid, maar daar worden ze ook op geselecteerd. Wetenschappers zonder eigen opinie zullen het niet ver schoppen. Eigenwijze mensen kun je beter accepteren zoals ze zijn. Mijn taak is vooral om te kijken waar we met het collectief naartoe moeten.'

Bent u goed in kwartetten?

'Haha! Nee, ik heb nog nooit gekwartet. Maar ik kan wel onderhandelingen voeren, als je dat bedoelt. Die hele afstemming met Delft en Eindhoven is een ontzettend belangrijke ontwikkeling. Het is ook echt nodig dat dat gebeurt, net als bij de algemene universiteiten trouwens. Tot 1 september ben ik daar niet echt bij betrokken, maar daarna valt er ook nog veel te doen op dat gebied. Nee, ik ben niet bang dat ik een uitgeklede faculteit aantref als ik aantreed: iedere UT'er wil natuurlijk de onderwijs- en onderzoeksgebieden houden die profilerend zijn voor Twente, dus daar maak ik me geen zorgen over.'

Waar staat de faculteit TNW over vijf jaar?

'Dat is moeilijk te zeggen. Mijn echte plannen moet ik nog maken en daarvoor moet ik hier nog een heleboel gesprekken voeren. Maar in elk geval staat de opleiding Technische Geneeskunde er, compleet met de samenwerkingsverbanden met de betrokken ziekenhuizen. Het was een prachtige strategische zet om die opleiding binnen te halen. Daarnaast moeten we natuurlijk de dingen blijven doen waar we sterk in zijn én goed opletten dat we actief zijn op het snijvlak van de klassieke technische wetenschappen met de medische wetenschappen en biologie, zoals bijvoorbeeld bio-informatica en genomics. Het zou echt een strategische fout zijn als we daar niet op inzetten, want op dat wetenschapsgebied gebeurt er nogal wat.

'En ik zou heel graag zien dat het aantal meisjesstudenten fors omhoog gaat. Daar moet echt iets aan gebeuren. Het bèta-talent dat daar nog zit hebben we hard nodig om het aantal ingenieurs te vergroten en bovendien bevindt het aantal vrouwelijke hoogleraren zich ook nog steeds op het niveau van een ontwikkelingsland. Ons vak sterft echt uit als we er niet in slagen om het te verlevendigen en er meer mensen voor te interesseren.

'Wat dat betreft ben ik heel blij met de brede opzet van de TNW-

bacheloropleiding. Als die er nog niet was geweest had ik hem waarschijnlijk bedacht. Het probleem van heel veel potentiële techniekstudenten is namelijk dat ze bang zijn om in een tunnel te stappen waar ze nooit meer uit komen. Met een breed opgezet eerste jaar, zoals ik dat hier zelf ooit ook nog heb gehad, kunnen studenten hun keuze nog even uitstellen en zelf ontdekken dat er meer mogelijkheden zijn dan een monodiscipline. Natuurlijk zitten er grenzen aan: niemand zit te wachten op studenten die van alles niets weten, maar wel op mensen die een wat breder profiel en een ruimere blik op hun vak en de maatschappij hebben.'

Menno van Duuren

Alfred Bliek


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.