Beter van niet
Ik kom niet, want
'... ik hoef echt niet te zien hoe leuk de kids van m'n vroegere beste vriend er uitzien. M'n beste vriend ja. Die er vandoor ging met mijn huisgenootje waar ik al jaren verliefd op was. Mijn flatbabe. En dat wist ie. De etter.'
'... ik ben dat Twentse accent net een beetje kwijt. Ik heb de autochtone bevolking zo lang geïmiteerd dat ik zelf ook zóóó begon te praten. Voor je 't weet springt dat taaltje weer over.'
'... die gans die ik destijds zo achterna heb gezeten, zou best nog eens kunnen leven. Dat beest hield me uit de slaap dus ik ben een klopjacht begonnen. Maar ganzen schijnen een enorm ontwikkeld geheugen te hebben. Straks komt die hele roedel op me af. Want ze schijnen de vogelpest aardig overleefd te hebben.'
'... in mijn tijd had je ook al van die zogenaamde passieve studenten. En ik was er één van. Dat activisme is gelukkig aan mij helemaal voorbijgegaan. Ondernemend ben ik dus nooit geworden. Zo'n zaterdagje Enschede. Man. Veel te vermoeiend.'
Vijf mogelijke redenen waarom veertienduizendachthonderdzeventig van de vijftienduizend aangeschreven alumni niet naar de alumnidag op 24 mei komen.
Goeiemorgen
Collega A (vrouw): 'Goeiemorgen. Zag je me niet, of wou je me niet zien?'
Collega B (man): 'Waar?'
A: 'In de bus.'
B: 'Ik ben met de fiets!'
'Ja, dat zag ik. Vanuit de bus. Ik zwaaide nog, maar jij zwaaide niet terug.'
'Ik zwaai niet naar bussen.'
'Ja maar ik zat er in.'
'Kan ik toch niet ruiken!'
'Nee, maar je kunt toch wel even kijken?'
'Niet naar alle bussen.'
'Nee, maar wel die waar ik in zit. Ik zit altijd in dezelfde bus, die jou inhaalt, dus zo moeilijk is dat niet.'
'Heb jij wel eens bij een rijdende bus naar binnen gekeken?'
'Nee, ik kijk altijd van binnen naar buiten.'
'Dacht ik al. Maar van buiten naar binnen zie je binnen echt niemand zitten! En ik ga echt niet lukraak zwaaien naar een volle bus. Je weet maar nooit wie er in zit.'
'Ik dus.'
'Dat zeg jij.'
'Ja en wat zeg jij: daar zwaai ik niet naar! Nou, bedankt, ik zal nog eens naar je zwaaien.'
'Is goed.'
'Nee, zo makkelijk kom je niet van me af.'
'Hoezo?'
'Dat je niet zwaait, alla, maar je hebt ook nog niet eens goeiemorgen gezegd. En mijn morgen is geen goede morgen als jij geen goeiemorgen hebt gezegd.'
'Goeiemorgen.'
'Nee, laat nou maar. Zeg maar doei als je vanmiddag weggaat. Anders zwaait er wat!'