Het is nog steeds de bedoeling om 'een medische voorziening' op de campus in stand te houden, ondanks het vertrek per 1 mei van de laatste campusarts. De kans dat zich definitief een nieuwe huisarts op de campus vestigt is echter 'niet groot', antwoordde collegelid Huib de Jong afgelopen dinsdag op schriftelijke vragen van de universiteitsraad.
Het contracteren van een waarnemer zal nog wel lukken, volgens De Jong. Maar een nieuwe campusarts komt - vanwege de beoogde efficiencyverbetering van het Medisch Centrum - niet meer in dienst van de UT, maar zal zich 'vrij' moeten vestigen.
'Het college kan niet meer doen dan iemand de mogelijkheid bieden een huisartsenpraktijk op de campus te vestigen,' aldus de Jong. Daarbij kan de UT wel 'faciliteiten' aanbieden, maar de eisen die de scheidende arts op dat gebied aan de UT stelde 'overschreden onze grenzen', volgens het collegelid. Hoe ver de UT dan wél zou willen gaan in het bieden van faciliteiten wilde De Jong om onderhandelingstechnische redenen niet zeggen.