In een indrukwekkende poging de universiteitsgemeenschap ervan te overtuigen dat we van de facultaire herindeling inderdaad niets dan onnodige overhead en bureaucratische onzin te verwachten hebben, heeft het CIV een massale elektronische verhuisbeweging aangekondigd. 'Omdat de oude faculteiten niet meer bestaan,' zo heet het in een elektronisch rondschrijven, 'zijn we genoodzaakt alle emailadressen onklaar te maken.' (Om 50% van de mogelijke protesten bij voorbaat uit de weg te gaan is het rondschijven maar niet in het Engels vertaald.) Maar geen zorg: ons nieuwe adres wordt nog mooier!
Noodzaak? Hierop past enkel hoongelach. Waar is de brand? Achter deze actie steekt niets anders dan een poging van een 'professioneel manager' de wereld naar zijn goeddunken in te richten: kijk eens mama wat ik al kan! Wat hebben de nieuwe, iets anders gevormde brokjes waarin onderwijs en onderzoek nu zijn opgedeeld te maken met de aanduiding van de individuele vakgebieden? Is de aanduiding 'cs' in mijn emailadres niet langer een wereldwijd verbreide manier om 'computer science' aan te duiden, nu aan deze universiteit informatica als faculteit de nek is omgedraaid?
Het meest ongelooflijke van deze aangekondigde maatregel is dat hij kennelijk kan worden genomen door iemand zonder het geringste benul van de consequenties. Het emailadres van een doorsnee wetenschapper is hedentendage belangrijker dan zijn fysieke adres, belangrijker dan kamernummer, faxnummer of telefoonnummer: het is verreweg de meest gebruikte, comfortabelste en betrouwbaarste manier om contacten te leggen en te onderhouden en informatie in te winnen. Emailadressen belanden in duizenden bestanden, van persoonlijke adresboekjes tot mailinglijsten en 'who is who' overzichten. Het veranderd krijgen van een emailadres in al die bestanden is een zeer tijdrovende en frustrerende klus, die zich over jaren kan uitstrekken. Het is niet voor niets dat er een hele bedrijfstak is die geld verdient met het aanbieden van 'stabiele' emailadressen, die onveranderd blijven bij wisseling van werkkring.
Maar dit inzicht is niet doorgedrongen tot de dienst die de scepter zwaait over de elektronische informatievoorziening aan de Universiteit Twente. Goed, als verstand van zaken dus geen deel uitmaakt van professionaliteit, laten we het dan eens proberen met klantgerichtheid. Dat de gebruikers van het CIV deze verhuisbeweging massaal zullen afwijzen hoeft geen verder betoog. Als ze desondanks wordt doorgezet vormt dat feit een nuttige aanvulling op de retoriek over het centraal staan van primaire processen.
Arend Rensink, Universiteit hoofddocent informatica