Zorg over UT-financiën blijft

| Redactie

In de berichtgeving rondom het reorganisatieplan is naar mijn idee de vraag of met deze reorganisatie ook de doelstelling van financiële gezondmaking van de UT is bereikt ondergesneeuwd. Begrijpelijk, althans vanuit het perspectief dat overeenstemming is bereikt over het reorganisatieplan en de relatief weinig vervelende personele gevolgen. Maar toen de UR in de zomerperiode riep: 'Het moet in één

In de berichtgeving rondom het reorganisatieplan is naar mijn idee de vraag of met deze reorganisatie ook de doelstelling van financiële gezondmaking van de UT is bereikt ondergesneeuwd. Begrijpelijk, althans vanuit het perspectief dat overeenstemming is bereikt over het reorganisatieplan en de relatief weinig vervelende personele gevolgen.

Maar toen de UR in de zomerperiode riep: 'Het moet in één keer goed', werd ook bedoeld dat de financiële situatie na de reorganisatie niet (snel) zou nopen tot aanvullende reorganisaties. De zorg daarover is bij mij niet weggenomen.

Ten eerste kon de UR (of de decentrale raden) niet nagaan of de nieuwe organisatieonderdelen van de UT een budget krijgen waarmee ze na de reorganisatie-ingrepen uit de voeten kunnen: de toezegging om in december de begroting 2003 te presenteren kon niet worden waargemaakt. Naar verluidt zijn allerlei claims van faculteiten en diensten niet gehonoreerd en is hen een aanvullende bezuinigingstaakstelling opgelegd. Daarnaast bereiken de UR berichten dat eenheden genoodzaakt zijn om aanvullende bezuinigingsplannen op te stellen.

Ten tweede is er iets raars aan de hand als we de geplande en de gerealiseerde bezuinigingen vergelijken. Weliswaar is het verheugend dat heel veel bezuinigingen reeds in 2003 zijn gerealiseerd: de helft van het aantal te bezuinigen fte's en zo'n 8 van de 18 MEuro. Het probleem zit hem in het feit dat volgens de fasering in de meerjarenraming slechts 2.8 MEuro in 2003 bezuinigd zou worden, hetgeen zou resulteren in een tekort van 5.6 MEuro. Het door het college 'beoogde' begrotingstekort voor 2003 is echter niet met het verschil (ca 5 MEuro) verminderd. In feite is dit tijdelijke voordeel naar de faculteiten doorgesluisd die in de komende jaren dat bedrag alsnog moeten ophoesten. Het college zal genoemde cijfers wat preciezer moeten berekenen en presenteren in de begroting 2003 en in het middelenkader dat door de faculteiten gebruikt kan worden om hun strategie te bepalen. Belangrijk wordt dus de vraag: hoeveel zullen we moeten bezuinigen op het WP, of zijn er mogelijkheden de tekorten te verminderen door meer externe middelen te verwerven?

Na de dienstverlening lijkt nu het primaire proces aan het woord om antwoord te geven op bezuinigingsvragen.

Dick Meijer, UR-lid


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.