U gaat weg. Waarom?
'Vanwege de niet aflatende onzekerheid over de toekomst van het Medisch Cemtrum. Na elk van de drie onderzoeken over de haalbaarheid van de medische dienst dachten we steeds: nu komt er een plan. Maar dat kwam plan maar niet. Steeds ontbrak het aan duidelijkheid over onze toekomst. Dat werkte remmend op de ontwikkeling van het medisch centrum - moesten we bijvoorbeeld investeren in nieuwe medische apparatuur? We wisten het niet. Op een gegeven moment dacht ik: dit is niet goed voor mij, ik ga hier weg. Toen heb ik dit besluit genomen.'
Met welk gevoel neemt u nu afscheid?
'Heel ambivalent. Ik merk dat ik het jammer vind, want het is hier mooi inhoudelijk werk, veel discussie en gesprekken. En hoe in tien minuten iemand heel persoonlijk kan worden! Het is leuk om een relatie met je patiënten op te bouwen. Ze geven je hun vertrouwen. Aan de andere kant: het is prettig om me geen zorgen meer te hoeven maken over de reorganisatieperikelen.'
Laat u nu een lege praktijk achter?
'Nee, er is hier natuurlijk een dokter nodig, er staan drieduizend mensen ingeschreven. Dokter Tom Elzer blijft nog, maar is met de UT in gesprek over zijn vertrek. Dokter Henk Gevaert, die hier al zeven maanden werkt, neemt het in zijn eentje over, tot juli. Daarna hoopt hij de praktijk te privatiseren, maar dat heeft vanwege de aparte populatie zo zijn financiële haken en ogen.'
Waarom kon u niet zelf privatiseren?
Ik ben een parttimer. Ik heb het wel overwogen maar het was niet haalbaar.'
U werkt deze maand tien jaar op de UT! Feestje gehad?
'Nee.'
U begon hier vrijwel direct na uw studie, min of meer als groentje. Was dat merkbaar?
'Eigenlijk was ik zo groen als gras. Het verbaasde mij in het begin dat er hier zo weinig mensen echt iets lichamelijks hebben, behalve sportblessures dan. Er zijn hier veel meer mensen met psycho-sociale klachten.'
Dus u bent half-dokter, half-psycholoog?
'Ja, dat zijn dokters ook. Dat is het tweesporenbeleid: lichamelijke klachten hebben vaak psycho-sociale oorzaken, of andersom.'
Wat is er zo mooi aan het werken met studenten en andere hoogopgeleiden?
'Met ze in discussie komen, dat vond ik echt leuk. Je merkt dan het hoge opleidingsniveau in de kritische blik. In de stad is het vaak 'ja dokter, nee dokter', zo werkt dat hier niet. Dat contrast is heel groot.'
Voorbeeld?
'Nou, als ik een medicijn voorschrijf, stellen mensen allerlei vragen, over bijwerkingen, gebruik etcetera. En internet natuurlijk, dat is dé grote concurrent. Mensen hebben zelf al uitgezocht wat ze hebben, weten oorzaak, gevolg, inclusief de naam van het medicijn. Dan leg ik uit dat de informatie van de farmaceutische industrie niet altijd even objectief is.'
Wat vindt u een goede site?
'Een hele goede is www.soa.nl. Daar zouden studenten eens op moeten kijken. Ik merk namelijk dat ondanks alle voorlichting het vrijgedrag er niet veiliger op is geworden.'
Wat komt bij studenten vaker voor: een soa of RSI?
'Soa's of de angst voor soa's? Dat laatste is veel groter, hoewel studenten zichzelf er relatief weinig tegen beschermen. De morning-after-pil gaat hier nog even vaak over de toonbank als tien jaar geleden. Met RSI is dat anders. Dat heeft zijn bloeitijd wel gehad. Tien jaar geleden bestond er geen RSI, totdat een paar jaar geleden opeens alle arm- en nekklachten ineens te wijten waren aan RSI. Maar ik heb het idee dat die klachten nu weer afnemen. Dat komt waarschijnlijk doordat studenten beter weten hoe ze RSI kunnen voorkomen.'
Hoe is de praktijk in tien jaar veranderd?
'RSI is dus gekomen. Mensen zijn beter geïnformeerd geraakt, mede door internet. En er zitten veel meer buitenlanders op de campus door de internationalisering van de UT. Ik merk ook dat bij sportletsel de mensen veel vaardiger zijn geworden om het probleem zelf op te lossen en zelf even dat verbandje leggen.'
Wat heeft het meeste indruk op u gemaakt?
'Mensen die heel erg ziek zijn geweest en zijn overleden. Ja, dat maakt echt diepe indruk.'
Welke leerpunten neemt u mee naar huis?
'Het contact leggen en het voeren van een gesprek, dat leer je alleen door te doen. Ook het leren begrijpen van de sociale context van patiënten. En verder het praten over moeilijke ziektes, daarin heb ik mezelf moeten oefenen.'
En nu?
'Haha, eerst lekker full-time zorgen voor mijn gezin, mijn man en drie kinderen. Dat lijkt me heerlijk. Ik ben altijd druk geweest voor de praktijk, nu gaan we thuis van elkaar genieten. En na de zomer? Nog geen concrete plannen, maar ik ga denk ik wel weer een praktijk beginnen.'
Bram Borkent
Agaath Cornel: ...lekker even thuis...
![]()