GroenLinks wil een studietax die onafhankelijk is van de studieduur. En die alleen betaald hoeft te worden wanneer de student zijn studie heeft voltooid. Wie afhaakt heeft blijkbaar toch geen sterke schouders en kan dus ook niet zwaar worden belast. Thom de Graaf (herinnert u zich die nog?) noemde deze variant spottend een 'bultax'. In debat met Femke Halsema betichtte hij GroenLinks ervan het afstuderen te ontmoedigen met een boete. Deze kritiek lijkt mij eenvoudig te pareren. De student die werkelijk meent dat hij financieel beter af is zonder papiertje verdient ook geen academische titel. Een beetje dom kan nog, maar met stomkoppen is de wetenschap niet gediend.
Toch vraag ik mij af of het GroenLinks-plan echt wel zo sociaal is. Door het inkomen als heffingsgrondslag te kiezen is het in wezen een studierendementsbelasting. We hebben eerder zo'n debat gehad. Een aantal linkse partijen wou aanvankelijk graag een vermogensrendementbelasting. Als rijke stinkerds 30 of 40 procent rendement op hun vermogen maakten, dan moest de gemeenschap daar maximaal van mee profiteren. Nu, een sluipkrach later, zijn diezelfde linkse partijen blij dat het uiteindelijk een gewone vermogensbelasting is geworden. Want als die luie kapitalisten hun vermogen verspelen met domme beleggingen, dan hoeft de gemeenschap daar niet onder te lijden.
Voor de studietax geldt hetzelfde. Zo'n bul heeft onmiskenbaar waarde. Daar mag de fiscus best wel een bepaald fictief rendement aan koppelen, ongeacht wat de afgestudeerde feitelijk scoort. Ik wil niemand het recht ontzeggen van het leven te genieten, een wereldreis te maken, of enige andere vorm van maatschappelijk geaccepteerde lamlendigheid, maar de gemeenschap hoeft daaronder niet te lijden. We moeten kijken naar een ieders vermogen. De zwaarste lasten dienen te worden gedragen door de sterkste schouders. En daarbij mag het niet uitmaken hoever de armen die daaronderhangen uit de mouwen steken.