Het 'kwartetspel' tussen de universiteiten van Twente, Eindhoven en Delft gaat veel te langzaam. De 'drie tu's' moeten binnen een jaar met een plan voor verregaande samenwerking of een fusie komen, vindt VNO-NCW-voorzitter Jacques Schraven.
De hoogste baas van de Nederlandse werkgeversvereniging weet het zeker: als de universiteiten niet op korte termijn zelf orde op zaken stellen, dan doet de politiek dat voor ze. Die ingreep zou wel eens gepaard kunnen gaan met een gevoelige inkrimping van de onderzoeksgelden. En dat is niet in hun belang, en helemaal niet van het Nederlandse bedrijfsleven: 'Want wij zijn klant van de universiteiten, in het afnemen van hoog opgeleide mensen en van hoogwaardig onderzoek,' aldus Schraven.
Daarom strijdt VNO-NCW broederlijk met de universiteiten om 100 miljoen euro per jaar extra voor de wetenschap, waarmee de positie van Nederland als kennisland overeind gehouden moet worden. In het 10-punten-programma waarmee de werkgeversvereniging zich onder het motto 'Zet de economie op 1' nadrukkelijk in de verkiezingsstrijd mengt, staat het voorstel voor een 'deltaplan voor kennis en innovatie' hoog genoteerd.
Urgent
Maar de steun van de werkgevers is niet onvoorwaardelijk. 'De budgettaire situatie wordt er de komend vier jaar voor Nederland niet beter op. In zo'n situatie kun je niet om veel meer geld vragen zonder te laten zien wat je zelf al bijdraagt. Het is dus echt urgent dat de drie tu's - en daarnaast vooral de bètafaculteiten van de grote universiteiten - met een concreet plan voor samenwerking of fusie komen. Tot nu toe is de politiek geduldig geweest, maar als ze het nu niet zelf doen, dan wordt het straks voor ze gedaan.'
En zo moeilijk hoeft het maken van een plan niet te zijn, vindt Schraven, die 'een beetje ongeduldig' wordt als hij kijkt naar de pogingen van universiteiten om keuzes te maken. 'Ze willen wel samenwerken, maar alleen met behoud van alles wat ze zelf al hebben lijkt het soms. Ik voel daar geen sense of urgency.'
En die opstelling moet maar eens veranderen. Want als er in Amerika maar zes topuniversiteiten zijn, zoals MIT-hoogleraar Lester Thurow in december tijdens de Innovation Lecture van het ministerie van EZ volgens Schraven betoogde, hoe is het dan mogelijk dat er in Nederland 13 universiteiten op het hoogste internationaleniveau kunnen blijven concurreren, vraagt Schraven zich hardop en enigszins retorisch af?
'Als een bedrijf te weinig kritische massa heeft, dan zoek je naar een strategische alliantie of een fusiepartner. De vorm waarin dat gebeurt is ondergeschikt aan de inhoud van de samenwerking. Een fusie van de drie tu's vind ik ook geen doel op zich, maar ik vraag me wel af waarom dat eigenlijk nog niet gebeurd is.'
Profijt
Behalve samenwerking om de kwaliteit te verhogen en de kosten te beheersen, verbindt Schraven nog een voorwaarde aan de steun van de werkgevers aan de universiteiten: het bedrijfsleven moet meer kunnen profiteren van de kennis die het universitaire onderzoek genereert. 'De universiteiten zien het niet als onderdeel van hun missie om hun kennis samen met het bedrijfsleven te exploiteren. Samenwerking met bedrijven zien ze niet als doel op zich, maar vooral als middel voor de financiering van hun eigen onderzoek. Ik hoop dat de universiteiten erkennen dat het mede hun opdracht, hun missie is, om de kenniseconomie in Nederland te ontwikkelen.'
Om dat te bereiken wil Schraven best wat druk op de ketel zetten: 'Laat de kennisinstellingen maar naar hun geld solliciteren via de tweede geldstroom, waarbij hun onderzoek eerst op kwaliteit en relevantie getoetst wordt.'
Schraven haast zich om eraan toe te voegen dat er ruimte moet blijven voor fundamenteel onderzoek, waarvan de gebruikswaarde voor de industrie 'nog lang niet, of misschien wel nooit' kan worden aangetoond. 'De universiteiten moeten geen instrument van het bedrijfsleven worden, maar voeding van de kenniseconomie behoort wel mede tot hun taak.'
Knopen
Schraven weet dat deze uitspraken hem in academische kring, zoals recentelijk, al gauw op verwijten van korte-termijn-denken en zelfs 'hijgerig gedrag' komen te staan. Maar de twee VNO-NCW-voorwaarden om gezamenlijk op te trekken zijn destijds wel door de universiteiten geaccepteerd. Dus blijft hij erop hameren dat de universiteiten zelf in beweging moeten komen. 'Als je voortdurend met elkaar naar consensus blijft zoeken gebeurt er niets. En als ik naar de universiteiten kijk heb ik de indruk dat dat het geval is. Ik heb groot vertrouwen in de collegevoorzitters van de drie tu's, die ik persoonlijk ook alle drie redelijk goed ken, maar ik vraag me af of ze voldoende steun uit hun organisatie krijgen om knopen door te hakken. En dat is wel ècht nodig.'
Zichzelf verwijt de ondernemersvoorman dat 'we er niet in zijn geslaagd om bij de laatste kabinetsformatie het onderwerp 'kennis' goed in het strategisch akkoord te krijgen. 'Nederland heeft zich in EU-verband sterk gemaakt voor extra investeringen in kennis, onderzoek en innovatie, omdat dat in toenemende mate de hoeksteen van de economische ontwikkeling is. Dan is het onbegrijpelijk dat het eigen Nederlandse regeringsbeleid niet met die uitgangspunten overeenstemt. Zoiets mag niet een tweede keer gebeuren, want dan verlies je als land onherroepelijk je gezag in Europa. U mag er vergif op innemen dat wij die boodschap heel duidelijk zullen laten horen.'
Adviesraad
Op Schravens wensenlijstje voor de komende kabinetsformatie staat ook het instellen van een knowledge council, 'nog liever dan een minister voor onderzoek en innovatie'. Deze raad zou onder leiding moeten staan van de minister-president en verder moeten bestaan uit vertegenwoordigers van de vier ministeries met een onderzoeksbudget, het bedrijfsleven en de kennisinstellingen. Geen vrijblijvende adviesraad, maar een een club waarin alle partijen zich committeren aan gezamenlijk geformuleerde onderzoeks- en ontwikkelingsdoelstellingen en individueel verantwoordelijk zijn voor de uitvoering ervan. 'Iedereen kent elkaar in dit land en er wordt veel energie gestoken in het bevechten van elkaar vanuit allerlei koninkrijkjes, zowel in de politiek als bij de instellingen. Maar op zo'n specifiek terrein zou je toch grote overeenstemming moeten kunnen bereiken, zeker met behulp van zo'n council. En ja, als je dat weet te bereiken, moet je ook de moed hebben om wat van de bestaande adviescolleges af te schaffen.'
Menno van Duuren
Voorzitter VNO-NCW Jacques Schraven:...kwartetten duurt veel te lang...