Was dat nodig, een nationale jongerenwerkgroep voor stotteraars?
'Ja. Wij zijn op dit moment de enige werkgroep in Nederland die gericht is op jonge stotteraars en die therapie-onafhankelijk is. Het is nodig dat er zo'n groep komt, omdat je op een gegeven moment gaat studeren, een baan zoeken, op kamers gaat, kortom op je eigen benen komt te staan en dan in situaties zit waarin stotteren een handicap is. Vaak zijn dit nieuwe situaties waarbij je veel moet spreken en dat zorgt voor een hoop onzekerheid. Een groot aantal jonge stotteraars kampt met dezelfde problemen, maar toch kennen veel van deze mensen in hun omgeving niemand met soortgelijke ervaringen.'
Voor wie is de werkgroep bedoeld?
'De groep is bedoeld voor mensen van 17 jaar en ouder die stotteren. Het gaat dan zowel om mensen die hoorbaar stotteren - en waarvan iedereen dus duidelijk merkt dat ze stotteren - als om mensen die hun stotteren zo goed kunnen verbergen dat de omgeving er niets van merkt. Maar die laatste groep zit toch constant in angst om te gaan stotteren. Verder moet je het leuk vinden om met andere stotteraars in contact te komen, om ervaringen uit te wisselen en leuke dingen te ondernemen.'
Tegen wat voor problemen loop je zoal aan als 'student-stotteraar'?
'Vaak gaat het beginnen van een studie gepaard met een nieuwe fase in je leven. Je gaat op kamers wonen, je leert nieuwe mensen kennen en kiest voor een andere vrijetijdsbesteding. Dat kost voor een stotteraar extra veel moeite. Je moet een sociaal netwerk zien op te bouwen en stotteren kan dan een extra drempel zijn om met mensen in contact te komen. Ook moet je tijdens je studie soms voor een grote groep mensen een presentatie houden, en veel stotteraars zien daar als een berg tegenop. Maar als het eenmaal gelukt is om een nieuwe vriendenkring op te bouwen of een goede presentatie te houden, kan je dat een enorme stoot zelfvertrouwen geven. Het feit dat je stottert en student bent kan dus zowel problemen geven, als nieuwe kansen en uitdagingen bieden. In de werkgroep gaat het duidelijk niet alleen om de negatieve ervaringen en problemen, maar juist ook om de positieve ervaringen.'
Wat gaan jullie doen in de jongerenwerkgroep?
'De eerste activiteit hebben we inmiddels achter de rug. We zijn een avond wezen stappen in Utrecht. Dat was erg gezellig en er zullen zeker meer van dat soort avonden volgen. Verder kunnen er bijeenkomsten georganiseerd worden met een bepaald thema of doel, zoals bijvoorbeeld een assertiviteitstraining. Ook wordt er op Europees niveau eens in de drie jaar een internationaal jongerenweekend voor stotteraars georganiseerd. We zijn van plan om in de zomervakantie een lang weekend weg te gaan. Maar het allerbelangrijkste is natuurlijk de ontmoeting met andere jonge stotteraars. Daarbij gaat het er niet om een praatgroep te hebben om over je problemen te spreken, maar meer om een leuke gezellige club waar je gewoon niet hoeft uit te leggen waarom je soms praat als brugman en soms op een vastzittend motorblok lijkt.'
Heeft de omgeving begrip voor stotteraars?
'Een groot deel van de mensen heeft daar begrip voor. Veel mensen weten ook dat ze stotteraars moeten blijven aankijken en uit moeten laten praten. Het is natuurlijk wel zo dat het feit dat je stottert een extra inspanning vergt van je omgeving, omdat je lastiger te verstaan bent. Dat is soms moeilijk op te brengen. Veel hangt af van de manier waarop je stottert en hoe je er mee omgaat. Ik ben een relatief zware stotteraar, maar probeer normaal met mijn handicap om te gaan en er open over te zijn. Meestal gaat de omgeving er dan ook normaal mee om.'
Waar kan je meer informatie krijgen over jullie werkgroep?
'De werkgroep valt onder de Nederlandse Stottervereniging Demosthenes; op haar webpagina www.demosthenes.nl onder het kopje jongeren zullen regelmatig aankondigingen verschijnen over nieuwe activiteiten en de verdere ontwikkeling van de werkgroep. Wil je persoonlijk contact met ons opnemen, dan kan je het beste een e-mail sturen naar [email protected].'
Enne, hoe lang stotter jij eigenlijk al?
'Vanaf mijn derde jaar. Toen ik begon met praten dus.'