De gebeurtenissen rond de jaarwisseling waren weer symptomatisch. Er is onlangs toch veel commotie geweest over het afzijdige gedrag van toeschouwers bij een misdrijf. En inderdaad, als je een stel jou onbekende mannen iemand dood ziet slaan en je durft niet in te grijpen, dan ben je misschien geen held. Maar wat wanneer degene die speelt met mensenlevens een goede vriend of familie van je is? En je grijpt dan niet in? Dan ben je een vreselijke lafbek. En als je erbij blijft omdat het zo lekker spannend is, dan ben je medeplichtig. Althans volgens de wet. Maar dat wordt in onze samenleving blijkbaar niet meer zo gevoeld.
Henk (niet zijn echte naam) heeft mortierbommen op de kop getikt. Een lanceerinrichting last hij zelf. 's Avonds neemt hij het hele spul mee naar zijn vrienden. En die vrienden zeggen niet: Henk, ga weg met die rotzooi, dat spul is hartstikke verboden, en niet voor niets want dat spul is levensgevaarlijk. Nee, zijn vrienden vinden het wel spannend. En spannend wordt het. De derde mortier blaast Henk z'n kop volledig van z'n romp. Het schouwspel is zo afschuwelijk dat Slachtofferhulp moet worden ingeschakeld. Aan medeplichtigheid denkt niemand.
Enkele lezers zullen menen dat ik dit niet mag schrijven. Deze lezers (en waarschijnlijk ook de redactie) hebben compassie voor de slachtoffers. Misschien werkte Henk wel op deze universiteit! Misschien lezen zijn vrienden deze column wel! Het kan haast niet anders. Want er zijn duizenden Henken in Nederland. Duizenden populaire jongens die uit sensatiezucht spelen met mensenlevens. En geen vrienden of familieleden die deze Henken durven te corrigeren. Nee erger, als de politie dat probeert, helpen vrienden en familie Henk ontkomen. Dan krijgen onze agenten vuurwerkbommen naar zich toe gesmeten. Ja, van je vrienden moet je het maar hebben. Ook Henk. Een slachtoffer is ie geworden. Niet van een ongeluk. Niet van een illegale vuurwerkverkoper. Nee, Henk ismoedwillig om zeep geholpen door zijn beste vrienden.