De toevoeging `technisch' in de omschrijving van de UT is verdwenen uit de concepttekst voor het nieuwe UT-Instellingsplan. In de voorlopige tekst die in september verscheen, werd de UT nog aangeduid als `technische research universiteit.'
De protesten die vooral de twee gedragswetenschappelijke faculteiten tijdens de discussiebijeenkomsten eind november lieten horen, hebben hun uitwerking niet gemist. Ook de gewraakte formulering van het UT-profiel voor de periode 2005-2010 is aangepast.
De zinsnede over de `heroriëntatie van het maatschappij- en gedragswetenschappelijk onderzoek', die voor veel onrust zorgde omdat daarin een ondergeschikte positie ten opzichte van de techniek werd gelezen, is geherformuleerd. In de nieuwe versie staat nu: `De technische en maatschappijwetenschappelijke disciplines vinden en versterken elkaar in een samenwerking die gericht is op onderzoek naar de inbedding van technologische innovaties in een maatschappelijke context.'
Elders in de tekst is nog eens een extra passage opgenomen die de gelijkwaardigheid van de UT-kennisdomeinen benadrukt: `Domeinen die door onderlinge afstemming en samenwerking op basis van gelijkwaardigheid het unieke profiel van de UT verder kunnen versterken, opdat wij met recht kunnen blijven spreken van de ondernemende research universiteit.'
Ook wordt nogmaals uitgelegd dat de (Amerikaanse) term research universiteit niet inhoudt dat onderwijs een ondergeschoven positie krijgt: een reserach universiteit heeft `een breed aanbod aan opleidingen, een substantiële jaarlijkse uitstroom van doctoraalstudenten en promovendi en een sterke financiële ondersteuning door de overheid voor zowel onderwijs als onderzoek.'
Een ander fel bediscussieerd punt, de vermindering van het aantal bachelorvakken met 50 tot 75 procent, is eveneens milder geformuleerd: nu staat in de tekst dat het onderwijs in de komende jaren `beduidend efficiënter georganiseerd' wordt. De doelstelling van 15 procent meer eerstejaars in 2010 is gehandhaafd, evenals de invoering van het bindend studieadvies.
De universiteitsraad kwam in de overlegvergadering van afgelopen dinsdag niet toe aan een inhoudelijke bespreking van het bijgestelde Instellingsplan met het college van bestuur. Wel toonden beide partijen zich tevreden over de tot dusver gevolgde procedure. `Wij hebben goed geluisterd naar de inbreng van studenten en medewerkers tijdens de discussiebijeenkomsten en dat heeft tot niet onaanzienlijke wijzigingen geleid,' volgens CvB-lid Huib de Jong. `De opstelling van de raad heeft ertoe geleid dat er een groter draagvlak is ontstaan voor de keuzes die in het instellingsplan worden gemaakt,' aldus De Jong. Ook UR-voorzitter Geerten Schrama constateerde dat er `goed geluisterd' is en dat de scherpe kantjes er voor een belangrijk deel af zijn. Het tweede concept van het plan is binnenkort beschikbaar via internet (onder meer via de UR-site).
De raadsfracties inventariseren de komende weken hun resterende kritiekpunten. Het CvB zegde toe die mee te nemen naar de vergadering van het universitair managementteam (college, decanen en wetenschappelijk directeuren), dat zich op 3 januari wederom over het Instellingsplan buigt. De definitieve versie, waarmee de universiteitsraad formeel moet instemmen, staat op de raadsagenda van 22 februari.