Wie?
Matthijs Girisch (22), vierdejaars technische bedrijfskunde. Staat met het TBK-voorlichtingsteam op de voorlichtingsdagen voor scholieren.
Geld op zak?
`Dertig euro.'
Wat komt er binnen per maand?
`Ik ben uitwonend, dus ik krijg zo'n 230 euro studiefinanciering. Daarnaast krijg ik een vaste maandelijkse bijdrage van mijn ouders en werk ik op zaterdag. Met dat bijbaantje verdien ik nog zo'n 60 euro per week. Ik heb samen met mijn ouders uitgerekend hoeveel ik maandelijks kwijt ben aan mijn studie en vaste lasten als huur, verzekering, eten en drinken. Het collegegeld betalen zij. Sinds kort ben ik ook namens UReka lid van de U-Raad. Daar krijg ik een vergoeding voor: een deel gaat naar UReka, de rest spaar ik. En dit voorlichtingswerk? Dat levert om de paar maanden een paar tientjes op.'
Wat geef je uit per maand?
`Naast eten en drinken en het abonnement van mijn mobieltje geef ik redelijk wat geld uit aan motorrijden. Ik heb nog niet zo lang een eigen motor. Aan wegenbelasting en verzekering ben ik zo'n 25 euro per maand kwijt. Kosten als benzine en onderhoud wisselen nogal. Laatst moest ik een nieuwe achterband en remblokken hebben, dat kostte me 300 euro. In het voorjaar komt er een grote beurt aan en die gaat zeker 400 euro kosten. En dan reken ik de bekeuringen nog niet eens mee!'
En aan het eind van de maand?
`Ik spaar wat ik overhoud. Globaal is dat 100 euro per maand. Ik gebruik het voor grote uitgaven, zoals het onderhoud van mijn motor en vakantie.'
Hoe doe je het in vergelijking met andere studenten?
`Ik denk dat ik met de bijdrage van mijn ouders en mijn bijbaantje op zaterdag in een gunstige positie verkeer. Doordat mijn ouders meebetalen kan ik goed rondkomen en mijn werk op zaterdag zorgt ervoor dat ik meer ruimte heb voor leuke dingen.'
Nog tips voor andere studenten?
`Sinds een jaar of anderhalf houd ik bij wat ik uitgeef. Hierdoor weet ik wat ik kan besteden en kan ik opzoeken wanneer ik iets heb uitgegeven. Handig, en het geeft me wat inzicht in mijn uitgavenpatroon. Verder kan ik aanraden om een bijbaantje te zoeken, ook al is het maar voor één dag in de week. Je leert totaal andere dingen dan bij je studie en je verdient een extra zakcentje.'
