Het voorstel is om eerstejaarsonderwijs van de THT in Friesland aan te bieden en zodoende de achterstand aan vwo-doorstroom naar het wetenschappelijk onderwijs in de regio op te heffen. Ofwel zoals HR-buitenlid Brugman het treffend uitdrukte: `Als Mohammed niet naar de berg komt, komt de berg wel naar Mohammed.' De Friese Staten hebben hun voorstel verpakt in een `beleidspakket' dat inhoudt dat het propedeuseonderwijs in samenwerking verzorgd zou worden met en ten huize van de plaatselijke hts, dat de THT diezelfde hts zou helpen met het opzetten van research & development en dat van meet af aan een kennisoverdrachtprogramma met de Friese industrie opgezet zou gaan worden waarin Draijers korte notitie opmerkt `dat daarvoor een aantrekkelijk EZ-budget gereserveerd is'.
Voorwaarde vanuit Friesland is wél dat minstens drie of vier THT-medewerkers (onder wie één decaan) zich permanent in Leeuwarden vestigen. De rest zou moeten pendelen. Verder rekent men op zo'n veertig studenten. Met name hogeschoolraadslid Dijkstra, zelf uit Leeuwarden afkomstig, was onmiddellijk enthousiast over het plan.'
Uit ervaring wist hij dat voor Friezen de afstand tot wetenschappelijke instellingen een grote drempel vormt. Hij sprak in dat kader van `een sterke band met Groningen' waartoe de meeste Friezen dan maar hun toevlucht nemen, maar dat helaas geen technisch onderwijs kent. Hij was erg vóór een dependance. (…)