Uit het lood

| Redactie

Wie de grootste Nederlander is, daarover blijven de meningen ver­deeld. Antoni van Leeuwenhoek is het in elk geval niet. En dat verbaast me ook niet. Het was al verrassend dat hij de top 10 bereikte. Van Leeuwenhoek was namelijk een wetenschapper van het soort dat we in Nederland helemaal niet wensen.

Stevin

Was Van Leeuwenhoek 350 jaar later geboren, dan was hij zo'n jongetje dat op school negens scoorde op de exacte vakken, maar onvol­doendes voor de talen. Hij zou gezien worden als een viespeuk die op zolder naar zijn eigen kwakkie zat te staren, om daar dierkens met staartkens in te ontdekken, in plaats van braaf stompzinnige rijtjes Engelse, Franse en Duitse woordjes uit het hoofd te leren. Hij zou om die reden zijn terugge­zet naar het vmbo en nooit tot een universiteit worden toegelaten. En mocht hij dan nog bacteriën en spermacellen hebben ontdekt, dan had hij daarover, bij gebrek aan deugde­lijke referentielijst1, nooit kunnen publiceren. Zou Antoni van Leeu­wenhoek de Nobelprijs krijgen, dan zou heel Nederland zich rot schamen voor het gebrekkige Engels bij zijn dankwoord. Liever geen bèta's dan bèta's als Van Leeuwenhoek. Het bèta-curriculum op het vwo is hier speciaal op afgestemd.

In de renaissance echter brachten de Lage Landen wel vele vermaarde wetenschappers voort. De grondlegger van deze productiviteit was Simon Stevin. Deze compaan van Prins Maurits stelde dat er alleen vooruit­gang werd geboekt wanneer wetenschappers zich zoveel mogelijk bezig­hielden met onderzoek en praktische waarneming. Hun bevin­dingen moesten ze opschrij­ven in hun eigen taal. Het aanleren van vreemde talen was verlies van tijd die beter aan de wetenschap kon worden besteed. (Overigens was het Nederlands volgens Stevin sowieso de meest geschikte taal voor de weten­schap. Onder andere vanwege het gemak waarmee er samen-stellin­gen in gemaakt kunnen worden. Het verschil tussen putwater en waterput is ogen­blikkelijk duidelijk. Vandaar dat we later aan Van Leeuwenhoek woorden danken als hoornvlies, slootwater en spijsvertering.)

Van Leeuwenhoek meldde zijn bevindingen in Nederlandstalige brieven aan de Londense Royal Society. Voor vertaling en opmaak had het toonaangevende orgaan een redactie. Kom daar nu eens om! De onderzoeker van vandaag is meer tijd kwijt aan het in juiste taal en format gieten van zijn bevindingen dan aan de eigenlijke praktische waarneming. Stevin zou ervan gruwen. Het wetenschappelijk bedrijf is verworden tot een citatiestrijd, waarin intimi die naar elkaar refereren meer op prijs worden gesteld dan vernieuwers met oorspronkelijk werk. Een Van Leeuwenhoek zal vandaag geen groot Nederlander meer kunnen worden.

1 Nicoline van der Sijs - Taal als mensenwerk: het ontstaan van het ABN.


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.