Boe
(Bij de dood van een nar)
Narren zijn als koeien. De nar beledigt. De nar beledigt de koning, de burger en de buitenmens. De nar beledigt man en vrouw, blank en zwart, christen, moslim en jood. De nar beledigt God, duivel en profeet. De nar beledigt iedereen. En omdat de nar iedereen beledigt, beledigt de nar niemand. Behalve degene die graag beledigd wil worden.
De nar is een spiegel. Wie lacht om de nar, die lacht om zichzelf. Wie huilt om de nar, die huilt om zichzelf. Wie boos wordt op de nar, wordt boos op zichzelf. Wie de nar haat, die haat zichzelf. Wie de nar te lijf gaat, die gaat zichzelf te lijf. Wie de nar naar de hel verwenst, die verwenst zichzelf naar de hel.
Een gezonde samenleving heeft narren nodig, zoals een gezond lichaam een anus. Er komt louter vuiligheid uit, maar dat heeft een functie. De vuiligheid moet ergens langs ontsnappen. Pas als die vuiligheid uit de mond komt, pas dan heeft het lichaam een probleem. En als er uit de anus geen vuiligheid meer komt, is de gezondheidstoestand kritiek. Als de nar roept “Leve de koningin”, vreest de vorstin een constitutionele crisis. En als de nar roept “Allah is groot”, herkent de schepper zijn schepping niet meer.
Er zijn libertijnen die zeggen dat alles gezegd moet kunnen worden. En dat mogen deze libertijnen inderdaad in alle vrijheid zeggen. Maar ze hebben geen gelijk. Ze ontkennen het monopolie van de nar. Niet alles kan gezegd worden, maar niets dient ongezegd te blijven. Het is aan de nar om voortdurend te zeggen wat niet gezegd mag, omdat het anders ongezegd blijft.
De nar mag alles zeggen. De nar moet alles zeggen. En hij kan dat zonder angst. Want voelt het mikpunt zich weer eens zo beledigd dat hij de nar te lijf wil gaan, dan rinkelt de nar met zijn narrenstok en dan druipt de gekwetste beschaamd af.
Eigenlijk kent de nar maar één angst. Net als alle narren voor hem vreest hij het moment dat hij niemand meer kan beledigen. Dat hij verwordt tot dorpsgek. Door iedereen geaccepteerd en door niemand serieus genomen. Gezegend de nar die dit droevig lot bespaard blijft.