In de overlegvergadering met het college van bestuur vroeg de u-raad dinsdag opheldering over een aantal passages in de conceptregeling. Weliswaar vormen de drie CvB-voorzitters volgens de voorgelegde tekst gezamenlijk het bestuur van de federatie in oprichting, maar hoe verstrekkend de bevoegdheden van dit trio zijn, is voor de raad niet duidelijk.
Sterker nog: de huidige formulering kan er volgens de UR toe leiden dat een afzonderlijke instelling juridisch gebonden wordt aan besluiten van het voorzittersoverleg. En dat kan niet de bedoeling zijn volgens de raad, zeker niet als daarmee ook nog eens de medezeggenschap buitenspel gezet dreigt te worden.
Ook op de financiën van de drie samenwerkende tu's heeft de medezeggenschap te weinig zicht, vindt de raad. Geld voor 3tu-projecten wordt volgens de voorgestelde regeling in een aparte stichting ondergebracht. Maar is de besteding daarvan (door de CvB-voorzitters, die zelf weer in het stichtingsbestuur zitten) dan nog wel te controleren, vraagt de raad zich af.
Vooralsnog is er geen sprake van overdracht van bevoegdheden aan de 3tu-federatie in oprichting, verzekerde het college. Mocht dat wel aan de orde komen, dan moet elke CvB-voorzitter eerst terug naar zijn eigen college en naar zijn eigen medezeggenschap. En in die aparte financiële stichting komt alleen geld dat de federatie in opriching van buiten krijgt voor geoormerkte projecten, legde CvB-portefeuillehouder Willem te Beest uit. Voor een inzichtelijke verantwoording van die geldstromen is een aparte stichting nu eenmaal het beste middel, aldus Te Beest. Het overhevelen van bijvoorbeeld UT-miljoenen naar die stichting `kan helemaal niet', probeerde rector Frans van Vught de raad gerust te stellen. Instemmen met de tekst van de gemeenschappelijke regeling kan dus helemaal geen kwaad, volgens de rector. Niet instemmen berust op koudwatervrees.
De bedoeling kan dan wel goed zijn, maar de tekst is niet eenduidig, hield de raad vol. Daarbij voelt de UR zich gesteund door het juridisch advies dat de Eindhovense UR over het stuk heeft ingewonnen. `Er moet echt nog wel wat aan de tekst gebeuren voordat we ermee in kunnen stemmen', vatte voorzitter Geerten Schrama het raadstandpunt na een korte schorsing samen. Nader overleg met de raden van Delft en Eindhoven hoort daar ook bij. Een CvB-oproep om niet weg te lopen voor de eigen verantwoordelijkheden van de raad en de UT-besluitvorming niet afhankelijk te maken van derden (`dat vinden wij raar') mocht niet baten. Na kort intern CvB-beraad schortte het college morrend de instemmingsvraag op. In elk geval tot na 17 november: op die dag voeren de drie CvB-voorzitters overleg met de drie ur-voorzitters, onder meer over de gemeenschappelijke regeling.