Schrikbarend weinig Neder-landse vrouwen geven ten minste een halfjaar lang borstvoeding, blijkt uit een Maastrichts promotieonderzoek. Volgens Observant houdt 80 procent van de Noorse vrouwen hun kind een half-jaar aan de borst, en in Nederland maar 18 procent. Wel haken de hoger opgeleiden onder de zogende moeders minder snel af dan de lager opgeleide vrouwen. Dat komt omdat de hoger opgeleiden beter op de hoogte zijn van de voordelen. Moeder-melk bevat afweerstoffen die het kind beschermen tegen astma, longontsteking, verkoudheid en middenoorontsteking. Daarnaast lijkt het kind minder risico te lopen op allergieën, diabetes, wiegendood, overgewicht en urineweg- en maagdarminfecties. Ook de voedende moeder vaart er wel bij: minder kans op borstkanker, eierstokkanker en botfracturen. Tachtig procent van de Nederlandse moeders begint dan ook vrolijk met borstvoeding. Maar, stelt de promovenda, Nederlandse vrouwen voelen zich erg onzeker: `Er hoeft maar iets te gebeuren of ze houden ermee op. We zitten op dit moment met een hele generatie onhandige moeders.' In Scandinavische landen is het borstvoedingsklimaat beter. `In hun samenleving wordt er anders tegenaan gekeken. Het is daar vrij normaal als een vrouw in het openbaar haar kind voedt. In Nederland vinden we dat ongepast.'
De Bladen
Boeren zijn niet kleinzerig en gaan niet snel naar de dokter. Dat blijkt volgens het plaatselijke Weekblad uit een promotieonderzoek aan de Wageningse universiteit naar de ziekteclaims die 23.000 boeren bij hun verzekeraar indienden. Bij onze agrarische medemens zitten de ziektes minder vaak tussen hun oren dan bij de stadsen: bij de gemiddelde Nederlan-der is eenderde van de klachten van psychische aard, maar onder boeren is dat slechts 8 procent. De Wageningse onderzoeker stelt bovendien voor om niet alle boeren in te delen in de verzekeringsklasse `zware arbeid'. Melkvee- en varkenshouders hebben na-melijk een grotere kans op bedrijfsongevallen dan hun akkerbouwende collega's, terwijl champignontelers weer meer rsi-gevoelig zijn. Rokende boeren hebben ook een grotere kans op een ongeluk: zij zijn minder fit en sneller afgeleid van hun werk. En doordat ze vaker hoesten, ontstaat er een hogere druk op hun wervelkolom en krijgen ze eerder last van hun rug.
