Opmerkelijk
Zelfs in een achtertuin is het mogelijk om bang te worden van de natuur. Van een spin die over je hand loopt bijvoorbeeld. Maar je kunt ook schrikken van Schotse Hooglanders midden op het wandelpad, overweldigd raken door storm, noodweer, en de grootsheid van uitgestrekte vlaktes, of bangelijk verdwalen in donkere bossen. Omgevingspsychologe dr Agnes van den Berg van Alterra hield samen met de student Marlien ter Heijne van de Radboud Universiteit Nijmegen een enquête over angst voor natuur, en publiceerde hierover in het tijdschrift Landschap. Mensen blijken in Nederland angstige ervaringen te hebben als ze in aanraking komen met Schotse Hooglanders, vleermuizen, kerkuilen, reigers, slangen, spinnen en insecten. Angstwek-kend zijn ook de natuurkrachten, zoals wind en golven die een zeilboot om laten slaan. Angst voor de natuur uit zich vaak in intense emoties die juist door hun intensiteit door veel mensen als betekenisvol worden ervaren. Volgens Van den Berg komt dat overeen met de resultaten van Amerikaans onderzoek naar wilderniservaringen, waaruit bleek dat confrontatie met angst voor de natuur bij deelnemers aan wildernisexcursies leidde tot meer zelfvertrouwen en een grotere innerlijke rust. Anders dan verwacht blijkt de angst voor de natuur niet alleen op te treden in grootschalige, wilde natuur, maar ook in een weiland of een achtertuin. Het is ook niet het directe gevaar dat het meest vaak voor angstige situaties zorgt, maar eerder de verrassing over onverwachte gebeurtenissen - zoals een spin die over iemands hand loopt - of de nabijheid - zoals de ontmoeting met een Schotse Hooglander op een wandelpad. Van den Berg schrijft dat de angst voor de natuur diep is geworteld in onze genen. Uit onderzoek blijkt dat angst voor slangen en spinnen sneller wordt aangeleerd en minder snel wordt afgeleerd dan angst voor bloemen en huizen. Dankzij de manier waarop wij in Nederland in natuurbeleid en -beheer natuurlijke gevaren en bedreigingen uitbannen, is de aandacht voor angst voor de natuur in onderzoek en beleid verdwenen. Dat is volgens Van den Berg jammer, want de angstervaringen zijn niet per definitie negatief. (bron: Universiteit Wageningen).
