In hetzelfde artikel wordt echter ook ons CvB-lid Ter Beest geciteerd die aangeeft dat wat de UT betreft nu de grens is bereikt. Citaat: “In het afgelopen jaar heb ik zes miljoen moeten weghalen bij onze niet-technische faculteiten, omdat we het geld nodig hadden voor matching. Zoiets kun je maar één keer doen. Wij zijn niet alleen een onderzoeksinstelling. Ik moet ook denken aan het belang van Twente als onderwijsinstelling”.
Hoe moet je als medewerker van zo'n niet-technische faculteit nu reageren op zo'n ontboezeming? Aan de ene kant natuurlijk opgelucht. Blijkbaar is na tweemaal aanpassen van het verdeelmodel ten nadele van de niet-technische faculteiten nu gelukkig het eind in zicht en lijkt ook het CvB ervan te zijn doordrongen dat de door deze faculteiten verzorgde opleidingen en het daarmee samenhangende onderzoek niet met goed fatsoen kunnen worden voortgezet als je daar nog verder op gaat bezuinigen. Anderzijds natuurlijk ook verbitterd. Voor degenen die getroffen zijn door de recente reorganisatie bij GW en getroffen zullen worden door de komende reorganisatie bij BBT is het wrang te vernemen dat dit gebeurt ten bate van het binnenhalen van extra financiering voor anderen. En in feite gaat het dan om alle medewerkers van deze faculteiten, want naast (mogelijke) ontslagen, gaat het om de effecten van vacaturestops, het niet kunnen verlengen van tijdelijke aanstellingen, het terugdraaien van investeringen in het onderzoek, het ontbreken van geld voor de aanstelling van AIO's, etc.
De boodschap is duidelijk: de reden van die maatregelen ligt niet primair in een slecht financieel beheer of in onrendabele opleidingen of onvoldoende onderzoek, maar in de strategische keuze die door de UT is gemaakt om meer extern geld voor de technische faculteiten binnen te halen. Wij moeten er dus bij neervallen omdat anderen moeten incasseren.
Jan Kees Looise, hoogleraar HRM faculteit BBT