Opmerkelijk

| Redactie

Hoeveel sigaretten iemand per dag rookt en hoe erg hij aan nicotine verslaafd raakt, is voor een groot deel erfelijk bepaald. Dit ontdekte NWO-promovendus Jacqueline Vink. Zij onderzocht ruim 16.000 tweelingen en hun familieleden op hun rookgedrag. Vink promoveert op 15 november aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Of een jongere begint met roken, hangt voor een groot deel af van zijn omgeving. Rokende vrienden en familieleden vergroten de kans dat iemand gaat roken. Jacqueline Vink ontdekte dat de variatie in de hoeveelheid sigaretten die een roker per dag rookt, erfelijk is bepaald. Ook de mate waarin iemand aan nicotine verslaafd raakt, wordt bepaald door de genen.

Het hebben van een aanleg voor nicotineverslaving wil echter niet zeggen dat iemand ook verslaafd raakt of blijft. Rokers die een erfelijke aanleg hebben, kunnen nog steeds stoppen met roken, al behoren zij waarschijnlijk tot de groep voor wie dit het moeilijkste is.

Vink onderzocht tevens welke genen bij roken een rol spelen. Ze vond dat op de chromosomen 6 en 14 gebieden liggen die betrokken zijn bij het beginnen met roken. Op chromosoom 3 ligt een gebied dat betrokken is bij het aantal sigaretten dat iemand per dag rookt. Chromosoom 10 bevat een deel dat een rol speelt bij zowel het aantal sigaretten per dag als bij de kans dat iemand begint met roken. Verder onderzoek moet uitwijzen om welke genen het precies gaat.

De promovendus gebruikte voor haar onderzoek de gegevens uit een groot vragenlijstonderzoek onder ruim 16.000 tweelingen en hun familieleden uit het Nederlands Tweelingenregister. Een deel van de ondervraagde personen leverde ook DNA-materiaal in voor het onderzoek. (Bron: NWO)


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.