Vermindering van het aantal bachelorvakken met minstens 50 procent onmogelijk? Het zal toch moeten. Alle UT-onderzoek in stand houden? Geen sprake van: kiezen, kiezen en nog eens kiezen is het motto voor de komende jaren, volgens rector Frans van Vught.
De derde discussiebijeenkomst over het concept-instellingsplan 2005 - 2010, gistermiddag voor medewerkers van de drie technische faculteiten, verliep een stuk rustiger dan die van maandag. Toen uitten GW- en BBT-medewerkers hun bezorgdheid over de voorgenomen aanscherping van het technische UT-profiel (zie voorpagina). Hun technische collega's hadden vooral zo hun bedenkingen bij het verbreden van de bacheloropleidingen, het instellen van topmasters en de levensvatbaarheid van leerstoelen.
Moet dat nou, die brede bachelors, vroegen diverse vragenstellers in de zaal zich af? Het is de zoveelste verandering in het onderwijs. Het leidt tot verzwakking van het niveau. Je jaagt er studenten mee weg die al lang precies weten wat ze willen.
Valt reuze mee, vindt Van Vught. Met brede bachelorpopleidingen haal je meer technisch talent binnen dat zich nog niet wil vastleggen op een specifieke richting. Maar als een student dat wel wil, dan kan dat ook. Hoe dan ook moet het bacheloronderwijs veel efficiënter, door een grote vakkenreductie, met handhaving van kwaliteit. `Kan nooit', klinkt het uit de zaal. `Zal toch moeten,' zegt Van Vught, verwijzend naar de financiële positie van de UT. `Je kop in het zand steken heeft geen zin.'
Ook in het onderzoek zullen keuzes moeten worden gemaakt, houdt Van Vught de toehoorders voor die zich ongerust maken over de financiën van (succesvolle) leerstoelen. `We kunnen niet de wensenlijstjes van elke onderzoeker zonder meer honoreren. Dan gaan we failliet. We moeten kiezen, kiezen, kiezen.'
Maar hoe die keuzes gemaakt moeten worden en uit gaan pakken, staat niet in het instellingsplan, constateert de zaal. Klopt, erkent Van Vught. `Want dat bepalen we niet top down: dit instellingsplan maken we samen.'