Als het aan de 1108 geënquêteerde hoogleraren ligt, wordt de universiteit een bastion van zeer hoogwaardige kennis, die alleen toegankelijk is voor de beste studenten. De instrumenten zijn voorhanden, menen ze, nu een commissie onder leiding van oud-justitieminister Korthals (VVD) met een proef voor selectie van studenten is begonnen. Meer dan de helft (56 procent) van de ondervraagde hoogleraren is ervan overtuigd dat decentrale selectie het universitair onderwijs verbetert. Veertig procent vindt bovendien dat een universiteit daar best een hoger collegegeld voor mag vragen.
Het is voor de ondervraagden meer dan duidelijk waar afgewezen studenten heen moet. Bijna zeventig procent van hen wil naar het hbo doorverwijzen. En als ze daar eenmaal hun bachelordiploma hebben gehaald, krijgen ze van ruim veertig procent van de hoogleraren geen herkansing: die vinden namelijk dat een wo-master en een hbo-bachelor niet met elkaar zijn te rijmen. Overigens zegt grofweg tweederde van de ondervraagden dat veel wo-studenten eigenlijk op de hogeschool thuis horen.
Maar bieden de experimenten die de overheid met selectie wil eigenlijk wel ruimte voor dergelijk eliteonderwijs? Die kennen immers de beperking dat alleen opleidingen met een erkende, evidente meerwaarde mogen selecteren. Die meerwaarde zou bijvoorbeeld kunnen schuilen in een uitstekende internationale oriëntatie, superieure faciliteiten (denk daarbij aan opleidingen met een eigen campus) en zeer intensieve studiebegeleiding. Bovendien eist de Tweede Kamer - regeringspartij CDA voorop - dat de brede toegankelijkheid van het hoger onderwijs wordt gewaarborgd en dat selectie voor uitzonderingsgevallen blijft gereserveerd. En dat geldt ook voor de universiteit. `Het kan nooit zo zijn dat iemand die niet door een selectieproces komt, straks helemaal niet meer naar de universiteit kan,' bevestigt PvdA-kamerlid Jacques Tichelaar nog maar eens.
HOP, Thijs den Otter