`Het was heel druk op zaterdag, vlak voor de start in Enkhuizen', vertelt Daan Sprünken, één van de passagiers. Afgelopen weekend voer hij met 23 andere Twentse studenten op de Ebenhaëzer -het vlaggenschip van Euros-zeilen- voor een klipperrace op het IJsselmeer. `Op een gegeven moment werd een klipper gedwongen om voor een andere klipper uit te wijken, waardoor deze de Ebenhaëzer raakte. De verflaag van twee schepen vloog ons om de oren.' Schrikken dus. `De Ebenhaëzer heeft er een paar krassen en deuken aan overgehouden. Financieel valt de schade mee, alle kosten vallen onder het gewone winteronderhoud.'
Natuurlijk werd de race wel uitgevaren. `Al was het wel een beetje verpest. We waren onze goede plek op de startlijn kwijt.' De Ebenhaëzer eindigde uiteindelijk op een zeventiende plaats in een veld van twintig boten. `Dat lijkt niet goed, maar het finishen op zich was op die zaterdag al een hele prestatie.'
De klipperrace werd op zondag voortgezet maar weer hadden de zeilers pech. `Deze keer raakte het bakboordzwaard, aan de zijkant van het schip, los. Daardoor konden we de wedstrijd niet uitvaren. De volgende dag hebben we het zwaard vast kunnen lassen zodat de Ebenhaëzer naar de thuishaven in Workum kon. In de winter gaan we alles goed repareren', aldus Sprünken. `Desondanks hadden we veel plezier, hebben we af en toe hard gevaren en een goed weekend gehad.'
De pech met de Ebenhaëzer kon de pret aan boord niet drukken.
