CSTM: groter dan ooit

| Redactie

Het Centrum voor Schone Technologie en Milieubeleid viert zijn derde lustrum vandaag met een symposium over de bestuurlijke aspecten van waterbeheer. Een oer-Hollands onderwerp voor een even inheems publiek. `We zijn al zo internationaal, dat we dat niet meer hoeven te bewijzen,' verklaart directeur prof.dr. Hans Bressers de keuze voor het symposiumthema.


Hoofdspreker op het eerste lustrum van het interfacultaire onderzoeksinstituut CSTM (tegenwoordig ondergebracht bij de faculteit BBT), was Laurens Jan Brinkhorst, destijds directeur-generaal Milieuzaken bij de EU, herinnert Bressers zich. `Ons tweede lustrumsymposium hebben we nog internationaler aangepakt, met allerlei coryfeeën op het gebied van internationaal milieubeleid als sprekers. Inmiddels zijn we zelf zo geïnternationaliseerd, dat het niet veel gekker moet worden: driekwart van onze medewerkers is buitenlander, onze voertaal is Engels, en we hebben maar twee Nederlandse aio's. Als dat zo doorgaat zou je net zo goed in Liverpool of Los Angeles kunnen gaan zitten, maar dat willen we niet. Daarom is het goed om bij dit lustrum een keer wat extra aandacht te geven aan onze rol in eigen land.'

Tweehonderd gasten verwacht Bressers vandaag in de Audiozaal, hoofdzakelijk ambtenaren, afdelingshoofden en bestuurders uit de praktijk van het vaderlandse waterbeheer. Onder hen een aantal belangrijke CSTM-klanten. `Eenderde van onze inkomsten halen we uit derdegeldstroomonderzoek. Maar denk alsjeblieft niet dat dat wetenschappelijk oninteressant consultancywerk is,' voegt Bressers er meteen aan toe. `Ik ben er trots op dat we voor het ministerie van VROM de evaluatie hebben mogen doen van het nieuwe stelsel van milieuconvenanten. En voor Economische Zaken hebben we de evaluatie bijna afgerond van de meerjarenafspraken over energiebesparing in diverse industriële branches. Dan heb je het wel over de ruggegraat van het nationale milieubeleid. Dat past precies in het onderzoek dat wij binnen het speerpuntprogramma van het Institute for Governance Studies (het onderzoeksinstituut van BBT, red.) doen naar beleidsvernieuwing en `new modes of coordination.'

Met drieëndertig medewerkers en zeven parttime ondersteuners is het CSTM in zijn vijftiende bestaansjaar groter dan ooit. Twee BBT-economen maakten onlangs de overstap naar het CSTM en ook het Cartesius Instituut, de CSTM-dochter die in Franeker de internationale milieu-MBA-opleiding aanbiedt en onderzoek doet voor het Friese bedrijfsleven, kreeg er twee man bij. Afgelopen zomer werd de zeven man sterke onderzoeksgroep technologie en duurzame ontwikkeling van professor Nico Schulte Nordholt aan CSTM is toegevoegd. En daar is Bressers blij mee: `De duurzaamheidsproblematiek kun je niet langer uit alleen maar westers perspectief bekijken. Vraagstukken als het verstoken van te veel fossiele brandstoffen en de gevolgen voor de klimaatverandering overschrijdt de grens tussen rijke en arme landen. Het opheffen van die grens in ons onderzoek moedig ik dan ook graag aan.'

Bij de UT-brede reorganisatie van twee jaar geleden verloor CSTM zijn zelfstandige positie en valt nu onder de faculteit BBT. Maar volgens Bressers is dat geen beletsel voor de verdere ontwikkeling van zijn `maatschappijwetenschappelijke' onderzoeksinstituut. Ook niet als in het nieuwe UT-instellingsplan voor de komende vijf jaar het technische profiel van de UT wordt aangescherpt. `Voor een aantal maatschappijwetenschappelijke groepen binnen de UT zal het niet makkelijk zijn om de steven meer te richten naar onderwerpen op het gebied van technologie en innovatie. Maar wij hebben technologie al sinds het begin in onze naam zitten. Niet dat wij zelf technologieën bedenken: in ons onderzoek staat de transitie naar een duurzame samenleving centraal, maar zo'n transitie impliceert nu eenmaal technologische innovatie en dus houden we ons daar ook mee bezig. In dat eventuele nieuwe UT-profiel kunnen wij dus prima mee.'

Menno van Duuren


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.