`Er zijn genoeg ondernemers en onderzoekers met ideeën. Er gebeurt ontzettend veel binnen en rondom de UT. Maar het komt vaak voor dat er prachtige dingen worden bedacht en dat er dan iets ontstaan van `Wat nu?' Gechargeerd zou je kunnen zeggen: uitvinden is relatief makkelijk, als je het vergelijkt met het hele traject wat daarop volgt. Van productregistratie tot kapitaalverschaffing en productiecapaciteit.'
Patrick Bliek houdt zich binnen het UT-instituut voor kennisintensief ondernemerschap (Nikos) vooral bezig met business development, is betrokken bij de uitvoering van de regeling voor Tijdelijke Ondernemersplaatsen en is docent in de cursus Ondernemer worden. Volgende week behandelt hij voor belangstellende bezoekers van het Kivi-Niria-jaarcongres `Marktsucces van innovatiekracht' een aantal `waargebeurde innovatietrajecten', en vooral de complicaties daarbij.
Bliek: `Innoveren is één, registreren is twee. Maar weten dat je product of vinding geregistreerd moet worden, en vooral hoe dat moet, is alweer een verhaal apart. Ik heb het meegemaakt met een biotech-bedrijf dat een bepaalde technologie had ontwikkeld, met verschillende medische toepassingsmogelijkheden. Alleen al de keuze of je een applicatie wilt laten registreren als `medisch hulpmiddel' of als `medicijn', heeft enorme consequenties voor de procedure die je moet volgen. Voor het registreren van een medicijn staat tien jaar. Bij een hulpmiddel duurt het twee tot zes jaar, afhankelijk van welke risico's eerst wetenschappelijk onderzocht moeten worden en welk technisch dossier moet worden ingediend. Zo heeft elke applicatie zijn eigen registratie-eigenaardigheden. Dat biotech bedrijfje konden wij in een half uur verder helpen, terwijl het ze zelf misschien wel drie maanden - en heel veel geld - had gekost om de juiste weg te vinden.'
Of een bedrijf of uitvinder de juiste weg vindt in het oerwoud van registratievoorschriften kan bepalen of een innovatie de markt haalt of niet. De barrières op de weg van innovatie naar markt zijn er vaak de oorzaak van dat er op zich kansrijke vindingen bij bedrijven op de plank blijven liggen, is Blieks ervaring. In een enkel geval ligt er zelfs al een kant-en-klaar patent, maar ontbreekt het bedrijven aan tijd of kennis om het verdere traject af te werken.
In het kader van het TBK-vak `high tech marketing' heeft Bliek zes studentwerkgroepen aan het werk, die zich over praktijkcases buigen, waarmee bedrijven een stap verder gebracht kunnen worden in het markttraject. `Het is heel goed mogelijk om studenten via een bepaalde methodologie in beeld te laten brengen welke barrières er zijn om een bepaalde applicatie uiteindelijk op de markt te brengen. Wat komt er bij kijken, welke partners heb je nodig, welke tegenwerking kun je verwachten, met welke goedkeuringsnormen, veiligheidsvoorschriften, registratieprocedures en wetgeving krijg ik te maken. Door het inschakelen van de juiste mensen op het juiste moment, is de tijd tussen het bedenken van de innovatie en het op de markt brengen aanzienlijk te verkleinen.'
Hoe je dat moet, is goed te leren volgens Bliek. Vandaar dat er bij de faculteit BBT, in samenwerking met partners uit het consortium van Europese ondernemende universiteiten (ECIU), een master `ondernemerschap en innovatie' in ontwikkeling is. De opzet van deze master is tevens onderwerp van een debat tijdens het KIVI-congres over het `overdragen en gebruiken van kennis', waaraan onder meer TU Delft-hoogleraar Wim Dik en de UT-hoogleraar Roel Pieper en Sicco Santema deelnemen.
Kivi-Niria congres `Marktsucces van innovatiekracht', donderdag 14 oktober. Programma: zie www.kiviniria.nl/jaarcongres.
