`Met enige droefenis' geeft hij zijn vice-voorzitterschap van de Onderwijsraad er per 1 januari aan. Maar zijn OU-hoogleraarschap (een dag in de week) en Fontys-klus kan hij prima combineren met zijn GW-decanaat, vindt Coonen. `Ik heb hier een aanstelling voor vier dagen in de week en we hebben een prima wegennet in Nederland. Bovendien vind ik het erg prettig om in verschillende omgevingen te werken, en daar weer dingen van te leren. Niets ten nadele van mensen die zich het liefst op één ding willen focussen: je moet doen wat bij je past en wat functioneel is voor de organisatie. En ik hou wel van wat variatie in m'n dagritme.'
Coonen studeerde pedagogiek, promoveerde in Leiden en was faculteitsdirecteur bij de Hogeschool van Utrecht. In het begin van zijn loopbaan stond hij jarenlang voor de klas. `Lesgeven is een prachtig vak en ik hou van het contact met studenten. Daarom vind ik het ook zo ontzettend jammer dat er zo weinig jonge mensen voor het leraarsvak kiezen. Ik heb wel wat ideeën over hoe je dat kunt verbeteren, maar die bewaar ik voor mijn oratie die ik nog moet houden.'
Plant
Zijn kantoor in Cubicus wil hij nog een beetje herinrichten. `Die plant moet weg,' zegt Coonen, wijzend naar een uit de kluiten gewassen ficus in de vensterbank. `Ik hou niet van planten. Wel van bloemen.' Maar voor de rest heeft hij in zijn eerste honderd dagen als GW-decaan alles aardig op een rijtje gekregen. `Helemaal honderd zijn het er niet, want ik heb niet mijn hele vakantie besteed aan het inwerken. Wel veel gelezen natuurlijk en een aantal gesprekken met mijn voorgangster (Lieteke van Vucht Tijssen, red.) gevoerd, die al veel dingen binnen de faculteit in gang heeft gezet.'
Een reorganisatieplan bijvoorbeeld, met soms pijnlijke keuzes voor te saneren en te stimuleren onderdelen van de faculteit. Bent u al bestormd door mensen die aan die keuzes willen morrelen?
`Ik ben niet bestormd en ik heb ook geen signalen opgevangen dat men indringende zaken aan het reorganisatieplan zou willen veranderen. Ik leid daaruit af dat mijn voorgangster een vrij breed draagvlak voor de veranderingen heeft weten te creëren. Het profiel van de faculteit is in het sanerings- en investeringsplan op hoofdlijnen gedefinieerd. Daaraan moeten we nu verdere focus geven en het debat daarover in de faculteit loopt al. Mede in het licht van de strategieplannen op UT-niveau.'
Op UT-niveau denkt men aan het aanscherpen van het technische profiel: zie het concept-instellingsplan. Is het wel leuk om decaan te zijn van een faculteit waar misschien klappen gaan vallen?
`Het is een bijzonder leuke baan, want ik ga er helemaal niet van uit dat er klappen gaan vallen. Er is ook geen sprake van dat de Gedragswetenschappen omgebogen wordt richting technologie. Dat zou suggereren dat Gedragswetenschappen de mindere is van de technische faculteiten. Ik zie dat anders: het zijn wetenschapsgebieden met elk hun eigen waarde.
In de kennismakingsgesprekken die ik met mijn collega-decanen heb gehad, heb ik die tegenstelling ook helemaal niet herkend.
`Natuurlijk moet je kijken naar de verbindingen die tussen de vakgebieden mogelijk zijn. Dat is sowieso een landelijke en internationale trend: kennisinstellingen zoeken samenwerkingspartners op, en afzonderlijke wetenschapsgebieden doen dat ook. En niet omdat de een de mindere is van de ander, maar om samen tot een betere wetenschapsproductie te komen. Daar zijn wij helemaal klaar voor. Welke vorm die samenwerking precies krijgt, hangt af van de gemeenschappelijke visie die we in de faculteit aan het ontwikkelen zijn en hoe het UT-Instellingsplan er uiteindelijk uit komt te zien.'
Win-win
Blijft het feit dat de drie tu's elkaar steeds meer opzoeken en dat de twee niet-technische UT-faculteiten toch een aparte positie innemen. Kijkt u ook naar samenwerkingspartners buiten de UT?
`De faculteit heeft nu al veel internationale onderzoekspartners, en een goed contact met het hbo in de regio. Het is bepaald geen naar binnen gerichte organisatie. Maar natuurlijk zijn er altijd nieuwe kansen die de moeite waard zijn om te onderzoeken. Het is de taak van een faculteit om zich strategisch te oriënteren, maar het aangaan van eventuele verreikende en verrijkende allianties moet altijd een win-win-situatie opleveren en natuurlijk ook passen binnen de strategische positionering van de UT als geheel. Op voorhand sluit ik niets uit.'
Al gesetteld in Twente?
`Qua werk wel. Maar ik ga zeker niet verhuizen. Ik woon in Utrecht en heb twee dochters en een vrouw. De tijd is voorbij dat die in een verhuiswagen stappen zodra pa ergens een andere baan heeft gekregen.'
Menno van Duuren
Hubert Coonen: …