Diverse media stortten zich vorige week op misschien wel het meest in het oog springende onderdeel van haar onderzoek: de weinig vleiende manier waarop operators van bewakingscamera's reageren op de voorbijgangers die ze observeren. Dubbeld bracht voor haar onderzoek een tijd door in de centrale toezichtruimte van het Centraal Station in Amsterdam. Uit haar observaties blijkt dat de operators namen als `kakkerlakken', `homo's' en `ratten'gebruiken om bepaalde groepen van overlastveroorzakers aan te duiden. Ook maken ze discriminerende opmerkingen, laten ze elkaar opnames van travestieten zien en als de verveling toeslaat letten ze alleen nog maar op mooie vrouwen en mensen die er afwijkend uitzien. Dubbeld. `Ik was verbaasd over de aandacht die dit deel van mijn onderzoek kreeg. In principe is het bestaan van zo'n cultuurtje met eigen gewoontes en normen niet heel verbluffend. Zo gedragen die mensen zich als ze onder elkaar zijn.'
Niks aan de hand dus?
`Grove misstanden heb ik niet geconstateerd. Het punt dat ik met mijn empirische onderzoek heb willen maken is de machts-asymmetrie tussen de mensen die kijken en de mensen die bekeken worden. Vaak weten voorbijgangers niet eens dat ze in de gaten worden gehouden. Er is een gebrek aan bewustzijn van de camera's. Bovendien kan het uit de hand lopen. Als een operator echt in de blouse van een vrouw gaat gluren, dan is er sprake van aantasting van de lichamelijke integriteit. De kracht van de uitkomsten van mijn onderzoek is dat mensen er over gaan nadenken. Zich af gaan vragen wie die beelden eigenlijk bekijkt.'
In een interview met dit blad twee jaar geleden was je behoorlijk sceptisch. Is dat nog steeds zo?
`Ik was eerst van mening dat cameratoezicht een grove privacyschending inhoudt. Maar dat is niet per definitie het geval. Het viel me namelijk op dat er vaak helemaal niets gebeurt met de beelden. Er gaat zoveel mis dat je als burger niet systematisch wordt gevolgd ofzo. Camera's zien niet alles en kunnen vuil of kapot zijn. Bewakers moeten teveel camera's in de gaten houden. Ze zien eigenlijk bijna niks. Bovendien, als er iets gebeurt, is de politie vaak niet snel genoeg ter plaatse door een gebrekkige afstemming tussen de operators en de agenten. Permanent en interveniërend toezicht wordt dus niet bereikt. Vanuit privacy-oogpunt is dat goed nieuws.'
Maar vanuit veiligheidsoogpunt niet!
`Nee. Ze zijn dus niet altijd even effectief, die camera's. Nog een reden om ze met mate in te zetten. Camera's zijn vooral heel handig om een bank mee te bewaken. Maar preventie van overlast, dat is lastig. Als er toch camera's ingezet worden omdat daarmee een legitiem doel gediend wordt, bewaking van eigendom bijvoorbeeld, dan zijn er regels nodig die de zorgvuldigheid waarborgen. Het College Bescherming Persoonsgegevens doet daar al veel aan. Mijn punt is vooral dat de zaak vaak wordt omgedraaid. Wie tegen cameratoezicht is krijgt te horen: jij hebt zeker wat te verbergen? Dat vind ik niet passen bij een fatsoenlijke samenleving. Ook buiten de privésfeer heeft een individu recht op een bepaalde mate van privacy-bescherming.'
Jannie Benedictus
Lynsey Dubbeld