Studenten met handicap kritisch over universiteit

| Redactie

Extra tentamentijd, toegankelijke gebouwen, een aangepast rooster: studenten met een handicap maken gebruik van allerlei speciale regelingen en voorzieningen. De voorlichting daarover kan stukken beter, vinden ze. Maar er is nog wel meer aan te merken op het gehandicaptenbeleid van de universiteiten.


Dat blijkt uit onderzoek van het Leidse onderzoeksbureau Choice onder meer dan twintigduizend studenten in het hoger onderwijs. Het is de eerste keer dat zo'n grote groep studenten naar eventuele beperkingen is gevraagd. Van alle geënquêteerden zegt 5,5 procent een beperking te hebben. Waarschijnlijk ligt dat percentage in werkelijkheid iets hoger, want sommige studenten zijn juist door hun handicap moeilijk bereikbaar. Van de 600.000 studenten in het hoger onderwijs hebben er dus zeker 30.000 een handicap.

Bijna de helft van hen lijdt aan dyslexie: 48 procent. Psychische klachten en chronische ziekte komen onder respectievelijk twaalf en elf procent van de gehandicapten voor. Negen procent heeft een bewegingsbeperking. Daaronder vallen dwarslaesies en spierziekten, maar ook rsi. De rest heeft last van energietekort (zeven procent), pijnklachten (vijf procent), gezichtsstoornis (idem) en gehoorstoornis (twee procent).

Ze geven de universiteiten gemiddeld een magere 6,4 als rapportcijfer. Ze zijn het meest tevreden over de universiteiten van Wageningen, Nijmegen en Maastricht. Van de geënquêteerden in Wageningen gaven maar vijf studenten aan dat ze een handicap hebben. Ze blijken zeer tevreden over hun instelling en waarderen die met een ruimhartige 7,5. Nijmegen en Maastricht delen de tweede plaats met een acceptabele 6,8.

Duidelijk onder de maat scoort Tilburg (5,2). Ook de Vrije Universiteit en de TU Eindhoven (waar maar weinig studenten werden bereikt) krijgen net geen voldoende. Bij de twee hekkensluiters moet vooral de gebrekkige voorlichting het ontgelden. Daar komen veel studenten er pas laat achter welke mogelijkheden de instellingen hun kunnen bieden. Ook andere universiteiten doen het op dit punt slecht.

Gebouwen en hulpmiddelen zijn over het algemeen het probleem niet. Zelfs studenten met een bewegingsbeperking zijn relatief tevreden over de toegankelijkheid en aanpassingen. Er waren echter zo veel studenten die geen mening hadden over de gebouwen, dat die score niet in de instellingenranglijst is meegenomen.

Slechtzienden oordelen het mildst over de voorzieningen en geven gemiddeld een 6,7. Studenten met een bewegingsbeperking - onder meer de rolstoelgebruikers en rsi-patiënten - geven een 6,2 en zijn daarmee bijna het meest kritisch. Alleen studenten met pijnklachten waarderen alles nog lager; zij geven gemiddeld een 5,9.

HOP, Bas Belleman


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.