De hervorming van de sociale zekerheid is noodzakelijk en de gevolgen voor de UT zullen wel meevallen, toch? Nee, het valt niet mee en het kan anders!
Hoewel de kabinetsplannen nog niet precies zijn uitgewerkt tekent zich wel een duidelijk beeld af.
Prepensioen en UT
Zonder de plannen zouden de UT-medewerkers in de toekomst vanaf 62 met FPU kunnen tegen 70% van het inkomen (als je lang genoeg gewerkt hebt). Dat was de deal tussen kabinet en sociale partners toen in de jaren `90 de VUT werd versoberd. De VUT moest in 25 jaar omgezet worden in een FPU-regeling waar je zelf voor spaart. Waar je voorheen jaren eerder de VUT in kon of van allerlei 55-plusregelingen kon gebruikmaken, gaan UT-medewerkers nu al flink langer doorwerken, onder meer omdat het aantrekkelijk is om na je 62ste nog minstens een jaar in dienst te blijven. De eerder genoemde afspraak wordt door dit kabinet volledig genegeerd. De fiscale maatregelen en het wegslaan van de collectiviteit onder de prepensioneringregeling maken deze onbetaalbaar en onuitvoerbaar. Uit enquêtes blijkt dat de helft van de hoger opgeleiden `eigen verantwoordelijkheid' voor dit soort zaken verkiest, maar die hebben vaak ook de financiële ruimte en de benodigde kennis (pretenderen ze). De overgrote meerderheid, ook van de jongeren, is echter voor een goede collectieve regeling: iets eerder stoppen als de pijp leeg is of langer doorgaan als het kan. Het onbetrouwbare kabinet trekt zich van die meerderheid echter niets aan.
Ziek of arbeidsongeschikt en de UT.
Langdurig zieken worden `geprikkeld' om weer te gaan werken door het ziekengeld in het tweede ziektejaar te beperken tot 70%. Blijk je gedeeltelijk arbeidsongeschikt, dan moet er om gezien worden naar een geschikte functie. Lukt dat niet, dan lonkt na een (steeds kortere) WW-uitkering de bijstand of alleen je partner. Dat gevaar is, gezien de wisselende herplaatsingssuccessen aan de UT, zeker niet denkbeeldig.
Ontslag en de UT.
Voor lopende en toekomstige reorganisaties is er aan de UT een sociaal plan afgesloten. Dat is vooral gebaseerd op de (bovenwettelijke) ontslaguitkeringen voor de universiteiten, de FPU en de mogelijkheid om 55-plusregelingen af te sluiten. Het kabinet slaat deze basis volledig weg onder het sociaal plan. Dat geldt niet alleen voor toekomstige reorganisaties, maar deels ook voor lopende reorganisaties.
Kabinetsbeleid en het UT-bestuur.
Het college heeft zich weliswaar `in het UT-belang' uitgesproken tegen de kabinetsplannen voor het hoger onderwijs, zoals het wegbezuinigen van de bekostiging van niet-Europese en 30-plusstudenten. Maar de werkgeversorganisatie VNO/NCW, waarvan het UT-college via de VSNU lid is, steunt het kabinetsbeleid op hoofdlijnen van harte. Ook de houding van het college ten aanzien van het schrappen van de vervolguitkering (`overheidsbeleid dat wij gewoon uitvoeren') geeft weinig perspectief op een sociaal beleid in de toekomst.
Conclusie
Voor de bonden aan de UT en het personeel in de UR is het duidelijk dat dit beleid een halt toegeroepen moet worden en dat daarbij acties en harde onderhandelingen onvermijdelijk dreigen te worden. Op landelijk niveau (laat je horen op 2 oktober naar Amsterdam!), in de komende CAO-onderhandelingen en op de UT.
Het mag niet zo zijn dat we bestuurlijke problemen aan deze instelling afwentelen op de zwaksten, de niet-herplaatsbaren en de arbeidsongeschikten. Vanaf nu is ons motto, ook in het overleg met het college: niemand gedwongen de UT-poort uit!
De UT-vakbonden: ABVAKABO FNV, CNV Publieke zaak, AC-HOP en VAWO
De personeelsgeleding van de universiteitsraad