Politieman is ook maar een mens

| Redactie

Of de burger nou aangifte komt doen van een gestolen fiets, een vette bekeuring krijgt of een agent de weg vraagt: iemand die contact met de politie heeft gehad oordeelt over het algemeen negatiever over de politie dan iemand die nog nooit met de sterke arm in aanraking kwam. Dat ontdekte Jos Lammers, die promotieonderzoek deed bij het IPIT, het Instituut voor Maatschappelijke Veiligheidsvraagstukken aan de UT.


Demystificatie, zo noemt Lammers zijn vinding. In Baantjer, Wolf, Spangen en vele andere politieseries is avond aan avond te zien hoe onverschrokken agenten de ene moordenaar na de andere in de boeien slaan. `Niet zo gek dat er een romantisch beeld heerst over de politie', zegt de onderzoeker. `Maar dat beeld blijkt helemaal niet te kloppen met de werkelijkheid. Mensen hebben in hun hoofd de koene dappere mannen die boeven vangen. En dan moet je een keer naar het politiebureau om aangifte van een gestolen fiets te doen en dan blijken het gewone mensen die plat Amsterdams praten en met twee vingers op een toetsenbord rammelen.'

Ook al is dat bewuste contact op zich niet eens negatief - men is prettig geholpen- toch leidt het er toe dat mensen negatiever gaan oordelen over de politie in het algemeen. Demystificatie dus. Lammers: `De politie verliest iets van haar symboolfunctie wanneer burgers hebben gezien dat het `maar' gewone mensen zijn. De verwachtingen van de burgers zijn te hoog gespannen.'

Zelf had Lammers (49) meerdere malen contact met de politie. Hij werkt namelijk bij het Korps Landelijke Politiediensten en deed deze promotie er min of meer naast. `Ik had een baan als beleidsmedewerker en wilde meer. Zes jaar geleden kreeg ik de kans om bij het IPIT te promoveren. Dat heb ik geweten, het was erg zwaar. Vorige week vrijdag heb ik mijn proefschrift verdedigd en voorlopig doe ik even helemaal niks.'

Het idee voor zijn onderzoek ontstond naar aanleiding van de Politiemonitor, een grootschalig tweejaarlijks onderzoek onder burgers waarin hen ondermeer wordt gevraagd wat ze van het functioneren van de politie vinden. `Ik wilde meer weten over de totstandkoming van dat oordeel.'

Lammers besloot zich te buigen over de daadwerkelijke ervaringen die mensen met de politie hadden. En ontdekte dat geen contact tot het beste oordeel leidt. Vanuit dat inzicht doet hij in zijn proefschrift een aantal aanbevelingen. Zo is het inzetten op hogere tevredenheidspercentages voor het contactoordeel, zoals de minister met de korpschefs is overeengekomen, weinig zinvol om een gunstiger oordeel over de politie te bereiken. `Ook kun je uit het onderzoek afleiden dat de roep om meer blauw op straat te maken heeft met de versterking van de symboolfunctie van de politie, niet met meer contactmomenten. Puur theoretisch zou je kunnen stellen dat er wel meer agenten op straat moeten, maar dat die de burger met rust moeten laten.'

Lammers mag dan klaar zijn met zijn promotie, hij blijft onderzoek doen. `Ik doe toegepast wetenschappelijk onderzoek voor de Dienst Nationale Recherche Informatie van het KLPD en hou me bijvoorbeeld bezig met het Nationaal Dreigingsbeeld. Daarin voorspellen we de dreigingen van georganiseerde misdaad die we in Nederland de komende vijf jaar kunnen verwachten.'

Jannie Benedictus

Jos Lammers


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.