`De Twentse economie is vaak te intern gericht en mist een zekere winnaarsmentaliteit. Daardoor wint ze te vaak zilver in plaats van goud en daar is men dan ook nog tevreden mee. Ze zou voor goud moeten gaan.'
Dat is een van de opvallende conclusies die staat in een verklaring die is uitgegeven naar aanleiding van het maandag 6 september gehouden (besloten) beraad tussen minister Brinkhorst van Economische Zaken, de UT en enkele Twentse ondernemers.
De teneur van het gesprek was dat het in Nederland te lang goed is gegaan, `waardoor we met z'n allen wat in slaap zijn gesukkeld en afgedaald op de ranglijst van innovatieve landen. Overheid en bedrijfsleven moeten investeren in winnaars en de daaraan gerelateerde risico's accepteren.'
Aan het genereren van hoogwaardige kennis ontbreekt het niet. Maar een innovatie is pas een innovatie als die kan worden toegepast en worden verkocht. Dat blijkt in de praktijk een lastige weg voor veel kleine en middelgrote ondernemingen. De kennis van de UT weten ze niet of nauwelijks te vinden. `In een dynamische wereldmarkt is de tijd om van een innovatie tot een bewezen technologie te komen voor veel (kleinere) ondernemers te lang en financieel risicovol. De overheid zou een rol kunnen spelen door het beschikbaar stellen van risicokapitaal en stimuleringssubsidies.'
Twente focust zich op een aantal deelgebieden binnen de hightech maakindustrie, zoals zorg & ict, nanotechnologie en mechatronica. `Om daarin verder te groeien is onderlinge communicatie van groot belang. Men moet zich daarbij niet alleen richten op de eigen Twentse regio, maar nadrukkelijk contact zoeken met andere regio's in binnen-en buitenland.'
Brinkhorst moedigde de aanstaande oprichting van een regionaal innovatieplatform in Overijssel aan, maar zou nog veel liever zien dat dit een Euregionale opzet krijgt. `Mede door de verdere uitbreiding van Europa wordt de markt alleen maar groter en dat biedt kansen. Maar het betekent ook dat de concurrentie harder zal zijn.' De minister ziet voor de overheid met name een stimulerende rol weggelegd, bijvoorbeeld als launching customer.
Dat de UT opteert voor een nieuw wetenschappelijk topinstituut is Brinkhorst bekend, zo blijkt uit de verklaring waarin verder staat dat het bedrijfsleven de komst van zo'n instituut beschouwt als een vorm van compensatie voor het verlies van arbeidsplaatsen als gevolg van de sluiting van de vliegbasis. D66, die de bijeenkomst had georganiseerd, stelt echter dat de verdere ontwikkeling van de Twentse economie niet gebaseerd moeten worden op compenserende maatregelen, maar juist op de aanwezige eigen kracht en potentie (waarmee ze al liet doorschemeren dat de vliegbasislobby weinig kans van slagen heeft). `Die houding past beter bij de gewenste winnaarsmentaliteit.' Na afloop van het gesprek werd een overeenkomst ondertekend tussen de UT en Grolsch om intensief samen te gaan werken op het gebied van innovatie.