Nanonetwerk groeit als kool

| Redactie

Het web van nanonetwerken waar UT-instituut Mesa+ als een spin middenin zit, groeit zienderogen. De coördinatie van het nationale nano-onderzoek (Nanoned) was al in UT-handen. In augustus kwam daar de afstemming van het Europese onderzoek bij. En begin deze maand zwaaide commercieel Mesa-directeur Kees Eijkel in het Canadese Edmonton de scepter op de wereldconferentie over commercialisatie van micro- en nanotechnologie. Als president.


Het enige wat nog ontbreekt aan het Twentse nano-geluk is een technologisch top-instituut (tti) voor nanotechnolgie op de campus. De aanvraag voor zo'n instituut, naar het model van het Telematica Instituut, ligt in Den Haag en wacht op antwoord. De hoop is gevestigd op de Miljoenennota.

Kees Eijkel was vorige week maandag net op tijd terug uit Canada om EZ-minister Brinkhorst een bliksemrondleiding door Mesa+ te geven. `Ik kon gelukkig nog net even onder de douche springen. Want helemaal fris ben je natuurlijk niet na zo'n vliegreis.' Na zijn bezoek deed Brinkhorst in zijn rede bij de opening van het Twentse academisch jaar iets wat op een vage toezegging leek. Maar Eijkel is er niet helemaal gerust op.

`Hij was enthousiast over wat hij hier zag, maar over het topinstituut was hij nogal vaag. Wat hij in zijn rede zei is mooi, maar ik denk dat het nog wel langer dan Prinsjesdag duurt voordat we echt iets weten.'

Naast life sciences en ict wordt nanotechnologie steevast genoemd als een van de sleutelgebieden voor de Nederlandse kenniseconomie. Dat daar een technologisch top-instituut bijhoort, waarin het - aandeelhoudende - bedrijfsleven samen met de wetenschap een onderzoeksagenda opstelt, staat eigenlijk niet ter discussie. De vestigingsplaats dus wel.

De redenen waarom dat de Twentse campus moet zijn, somt Eijkel nog even op: `Wij zijn het grootste en het meest interdisciplinaire nano-instituut in Europa en een van de grootste ter wereld. We hebben Nanoned, we doen Frontiers en we zijn sterk in het genereren van spin-off bedrijfjes. Hoe groter je kritische massa, hoe beter dat is voor het resultaat van al je activiteiten.'

Een forse versteviging van de banden met het bestaande bedrijfsleven, via het top-instituut, zou een logische aanvulling zijn, vindt Eijkel. `We hebben in de loop der jaren een heel sterke positie opgebouwd. We hebben nu een krachtige motor, maar die functioneert alleen maar goed als-ie ook z'n energie kwijt kan. Het zou zonde zijn als die niet optimaal benut wordt.'

Over internationale erkenning voor de Mesa-motor mag Eijkel niet klagen. Deze zomer kreeg zijn instituut vijf miljoen Brussels `integratiegeld' om ervoor te zorgen dat het Europese nano-onderzoek beter op elkaar wordt afgestemd. `Op nationaal niveau is er al bijna geen sprake meer van overlap, maar op internationaal niveau is er nog wel wat te winnen. Het Nederlandse en het Duitse nano-onderzoek zijn bijvoorbeeld niet op elkaar afgestemd. Daarom hebben we eind vorige maand een aantal belangrijke instituten op de campus bij elkaar gebracht om een gemeenschappelijke visie te ontwikkelen en afspraken te maken over het openstellen van elkaars labs, het afstemmen van curricula, etcetera. Daardoor kan elke partner zich straks meer concentreren op zijn kernactiviteit en voor de rest wat meer steunen op de specialismen en infrastructuur van de anderen.'

Global

Gezamenlijk werken aan een visie op de ontwikkeling en mogelijkheden van de nanotechnologie, maar dan samen met marktpartijen, gebeurt ook in de kringen van de Micro and Nanotechnology Commercialization Education Foundation (Mancef), waar Eijkel sinds dit voorjaar president van is. `Mancef is in feite een global community van ondernemers, marktonderzoekers, venture capitalists, regionale ontwikkelingsmaatschappijen, overheden, kennisinstellingen en R&D-afdelingen van grote bedrijven, die belang hebben bij de commercialisatie van deze technologieën. We hebben nu 600 leden; daar wil ik er in mijn tweejarige zittingstermijn 1500 van maken.'

Rondom de conferenties van Mancef wordt door makers en afnemers gezamenlijk gewerkt aan het schrijven van roadmaps voor verschillende technologische deelgebieden: hoe ver is de technologie nu en wat is daar over een aantal jaren mee te maken. Strategische visies dus op de commerciële toepassingsmogelijkheden van prille, veelbelovende technologieën. `Aan een hoofdstuk werken een stuk of 25 auteurs, die al doende van elkaar leren, ook al zijn het concurrenten. In de loop van de jaren zullen sommige hoofdstukken groeien en andere slinken, al naar gelang de ontwikkeling van de technologie.'

Boeiende lectuur dus voor mensen die over een paar jaar miljonair willen zijn?

`Iedereen denkt natuurlijk dat hij de juiste visie en strategie heeft. Maar of dat ook echt zo is, of die uitkomt, of er niets onverwachts gebeurt, dat weet je natuurlijk nooit.'

Leukste herinnering aan Canada?

`De waardering voor onze activiteiten. In het laatste half uur voor de officiële opening van de conferentie moest ik nog drie televisie-interviews afwerken. De vice-premier van Canada werd ingevlogen voor de opening. En gedurende de conferentie kreeg ik bij elkaar 70.000 dollar sponsorgeld spontaan aangeboden voor de organisatie van de volgende conferentie. Volgend jaar, in Karlsruhe.'

Menno van Duuren

Kees Eijkel:….nog verder afstemmen…


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.