Komende zondag, een dag voor de opening van het academisch jaar in Enschede, opent decaan Wouter van Rossum duizenden kilometers verderop de splinternieuwe MBA-opleiding van zijn faculteit in Changsa. Hoewel het een samenwerkingsproject is van BBT met het College of Business Administration aldaar, draagt de Twentse faculteit de eindverantwoordelijkheid voor het programma en de kwaliteit van de opleiding. Het diploma wordt door de UT afgegeven.
De opleiding, die anderhalf jaar duurt, richt zich vooral op het management van technologische innovatie en vloeit voort uit de samenwerking die al acht jaar bestaat tussen BBT en de Hunan-universiteit. De hoogleraren Koos Krabbendam en Jan Bilderbeek zijn al vijf jaar gastdocent in Changsa en de vice dean van het College of Business Administration promoveerde zes jaar geleden aan de UT. De opleiding wordt vanuit Twente gecoördineerd door een Chinese BBT-medewerkster, die dit voorjaar aan de UT promoveerde.
`Dit is een heel nieuw concept van internationaal onderwijs,' stelt Koos Krabbendam, ook van de partij op het Twents-Chinese feestje. `Bachelors van - met name - de Hunan-universiteit kunnen nu op hun eigen universiteit een westers internationaal erkend MBA-diploma halen. De studenten komen maar voor een beperkte tijd naar Nederland en doen in principe hun afstudeeropdracht in China. Daarmee beperk je de kosten voor de studenten aanzienlijk.'
Bijkomend voordeel is volgens Krabbendam de intensieve samenwerking en kennisoverdracht die tussen Nederlandse en Chinese docenten ontstaat. Ook verwacht hij dat er door de afstudeerprojecten van de studenten meer contacten zullen ontstaan tussen Nederlandse docenten en Chinese bedrijven. In hun afstudeerfase zullen de studenten intensief gebruikmaken van de UT-faciliteiten voor distance learning, zoals Teletop.
De MBA-samenwerking tussen de UT en de Hunan-universiteit, een van de honderd universiteiten die door de Chinese overheid tot `voortrekkers' zijn bestempeld, geldt in eerste instantie een looptijd van drie jaar.
De internationaliseringscommsisie van de CCO publiceerde deze zomer een notitie over het internationale positionerings- en wervingsbeleid van de UT. In die notitie wordt het belang onderstreept van de ontwikkeling van zogeheten `off shore onderwijs': UT-opleidingen of -onderwijsmodules die aan geselecteerde partnerinstellingen worden aangeboden, al of niet in samenwerking met die gastinstelling.
Off-shore-onderwijs vergoot de naamsbekendheid van de UT in het buitenland, zo luidt de redenering, versterkt de aantrekkelijkheid van de partnerinstelling en opent voor de UT een directe toegang tot de buitenlandse markt als het gaat om de instroom van - excellente - masterstudenten op de UT. `Essentiële voorwaarde voor het aanbieden van UT-onderwijs offshore is een goed functionerend netwerk met geselecteerde partnerinstellingen in het buitenland, die als buitenpost van de UT kunnen fungeren,' heet het in de notitie. `Het kwaliteitsaspect is hierbij van het uiterste belang.'
De samenwerking tussen de faculteit BBT en de Hunan-universiteit lijkt hier een voorbeeld van. Andere internationale contacten die uitgebouwd kunnen worden tot UT-offshore-onderwijs bestaan er volgens de CCO-commissie internationalisering met het Institut Technologi Bandung, de universiteit van Sofia, de Hong Kong Polytechnic University en de Moscow State University of Economics, Statistics and Informatics.
Menno van Duuren
Decaan W. van Rossum
