CvB neemt voorschot op nieuwe missie UT

| Redactie

In het nieuwe mission statement van de UT moet staan dat de UT een technische researchuniversiteit is. Met de nadruk op de term technisch, die in de huidige UT-missie ontbreekt. Een brede profilering als universiteit met twee of drie kernen is gezien de noodzaak tot meer focus en massa niet verstandig, vindt scheidend CvB-voorzitter Frans van Vught.


In de overlegvergadering van de universiteitsraad met het CvB, in bijzijn van de raad van toezicht- de formele baas van het college-, lichtte Van Vught dinsdagmiddag een tipje op van de sluier die nog over het nieuwe UT-Instellingsplan 2005 - 2010 ligt. Het concept-plan wordt de komende maanden ingevuld door het universitaire managementteam (decanen, wetenschappelijk directeuren en het college) en in het najaar voorgelegd aan de u-raad.

Van Vught was volstrekt duidelijk over het profiel dat de UT zich - als het aan hem ligt - moet aanmeten: `Als je me drie jaar geleden had gevraagd hoeveel kernen de UT moest hebben, had ik gezegd drie. Nu zeg ik één.' Niet dat de maatschappijwetenschappen of de (bio)medische disciplines van de UT zouden moeten verdwijnen, maar wel moeten het onderzoek en de masteropleidingen van de maatschappijwetenschappen zich nadrukkelijker oriënteren op de harde technische UT-kern.

De u-raad presenteerde het college in een discussienotitie drie opties voor de toekomst van het maatschappijwetenschappelijk onderzoek aan de UT: volledig autonoom, volledig aansluitend bij het technisch onderzoek, of een tussenvorm. Van Vught koos onomwonden voor de meest vergaande: algehele aansluiting bij het technisch onderzoek. De andere twee opties zijn wat hem betreft niet meer aan de orde.

Het bevorderen van focus en massa op de kennisgebieden van de UT is volgens Van Vught van het grootste belang voor de strategische positionering van de UT in het nationale en internationale universitaire veld: `Wil je dat spel beter kunnen spelen, dan moet je je niet te breed opstellen, maar zul je onze bestaande kernen moeten integreren tot één.' Beleidsinstrumenten zoals onderzoeksstimulering en portfolioanalyse zouden moeten worden ingezet om die integratie te bevorderen.

De inbedding van de maatschappijwetenschappen in de technische UT-kern moet er volgens Van Vught niet toe leiden dat de UT een `puur technisch' profiel krijgt. Het is volgens hem de bedoeling dat de GW- en BBT-opleidingen die onderscheidend zijn in het opleidingenveld, blijven bestaan, en dat het maatschappijwetenschappelijk onderzoek `makkelijker gekoppeld kan worden aan technisch UT-onderzoek'. Resultaat is een UT-profiel dat meer lijkt op dat van bijvoorbeeld Stanford University dan dat van het - puur technische - California Instititute of Technology, aldus de rector.

Van Vught maakte er overigens geen geheim van dat het maatschappijwetenschappelijk onderzoek aan de UT in zijn optiek te weinig interdisciplinair is, in tegenstelling tot het technische onderzoek. Bovendien is volgens Van Vught één maatschappijwetenschappelijk onderzoeksinstituut aan de UT (in plaats van de huidige twee) wel genoeg.

UT-PROFIEL, zie ook elders in het UT-Nieuws


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.