AWT wil nadruk op toepassen van kennis

| Redactie

Vormgeving, management en marktkennis worden steeds belangrijker bij het realiseren van succesvolle innovaties. Onderzoek en ontwikkeling blijven essentiële factoren, maar hun belang is relatief afgenomen. Dat schrijft de Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid in een opvallend advies aan de Tweede Kamer.


Het advies over de vernieuwing van het Nederlands innovatiebeleid is gisteren aangeboden aan de Kamercommissie voor Technologiebeleid. Daarin stelt de AWT, onder voorzitterschap van Joop Sistermans, dat er met het kennisniveau in Nederland niets mis is, maar met het benutten daarvan wel.

Kennisontwikkeling staat momenteel in het Nederlandse beleid centraal, terwijl Nederland juist daarin al sterk is, constateert de AWT: `De beleidsinspanningen zouden daarom meer gericht moeten zijn op de toepassing van kennis in innovaties en op kennisoverdracht.'

De AWT richt zijn pijlen voornamelijk op de `innovatienetwerken': die functioneren niet. Er is te weinig directe samenwerking en de laag tussen universiteiten en het midden- en kleinbedrijf is te `dichtbevolkt'. De hedendaagse Nederlander is weinig ondernemend meer, constateert de raad. `Wetenschappers met een mooie vinding, ondernemers met een exporteerbaar product of studenten met een goed diploma worden liever werknemer dan zelfstandig ondernemer.' De overheid zou met financiële voordelen moeten stimuleren dat hoger opgeleiden in het midden- en kleinbedrijf gaan werken. En er moeten meer stagemogelijkheden voor hogeschool- en universiteitsstudenten komen.

Voor het gebrek aan ondernemerszin heeft de AWT een verklaring: hoe hoger het gemiddelde inkomen, hoe minder mensen naar materieel gewin verlangen. De raad stelt voor om daarom in promotiecampagnes vooral waarden als autonomie, vrijheid en creativiteit te benadrukken.

Maar op dit moment voelt Nederland de noodzaak niet om dure maatregelen te treffen die innovatie bevorderen, schrijft de raad. `Dat maakt dat wij gemakkelijk in de situatie terecht kunnen komen van de kikker in de soeppan: niet merken dat het vuur eronder aanstaat, vooralsnog behaaglijk rondzwemmen en uiteindelijk te suf zijn om er op tijd uit te kunnen springen.'

De AWT merkt bovendien op dat we ons niet moeten blindstaren landen als de VS en Finland. `Om eruit te springen moet je juist afwijken van de rest.' Bovendien raakt Nederland met zijn investeringen in onderwijs en onderzoek snel achterop bij de rest van Europa. Terwijl het ook anders kan, houdt de AWT de Kamer voor: `Binnen de EU blijken juist de landen met de sterkste herverdeling van inkomen, en zelfs met de hoogste graad van vakbondslidmaatschap, de meest innovatieve landen te zijn.'

HOP, Bas Belleman/ UT-Nieuws


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.