Een nieuwe naam. Een voorzitter, een penningmeester, een secretaris en een PR-functionaris. Een budget. Een website in de maak. Twintig enthousiaste vrijwilligers. De eerste versie van een beleidsplan en een kick-off borrel voor na de vakantie. De doorstart van het TAB is een feit.
Het eerste bestuur van het gloednieuwe P-NUT werkt hard om een nieuwe organisatie neer te zetten. Een organisatie die beklijft, zo hopen ze, want het Twentse Aio Beraad moest het de laatste jaren met slechts één bestuurslid doen. `Toen die op een gegeven moment promoveerde was er niemand om het over te nemen', vertellen voorzitter Jeroen Kraaijenbrink en pr-functionaris Tineke Lantink, beide promovendus bij de faculteit BBT.
Een paar promovendi besloten de boel nieuw leven in te blazen, maakten collega's enthousiast en kozen een nieuw bestuur. `Er zijn inmiddels al zo'n twintig promovendi actief', aldus Lantink. `Een van de eerste dingen die we hebben gedaan is een nieuwe naam bedenken. Dat moest ook wel, want de naam aio bestaat formeel niet meer. Sinds 2003 worden aio's als gewone medewerkers gezien en heten ze promovendi. Bovendien is P-NUT ook in het Engels te vertalen, dat is wel handig.' Kraaijenbrink: `Ik vind het heel belangrijk dat promovendi een eigen platform hebben. Als promovendus werk je heel solistisch en kan het nuttig zijn om toch een netwerk te hebben. Bovendien, ook al zijn we formeel gewone medewerkers van de universiteit, onze positie blijft speciaal. Je bent in opleiding, dat is toch anders. De afhankelijke positie van je promotor om maar wat te noemen.' Lantink: `P-NUT kan wat dat betreft een klankbord zijn. Als je bijvoorbeeld problemen met je promotor hebt, kun je binnen onze club misschien mensen vinden die met hetzelfde kampen.'
P-NUT zal ook de onderhandelingen met het college over het uitgeklede faciliteitenpakket voortzetten. Kraaijenbrink: `Voorzieningen zoals het budget voor loopbaanontwikkeling zijn weggehaald maar er is nog niet iets nieuws voor in de plaats gekomen. Dat is lastig want als promovendus moet je bijvoorbeeld vaak verplicht externe cursussen volgen. Die kun je niet uit eigen zak betalen, dus zal het geld toch ergens vandaan moeten komen. We proberen deze problematiek samen met PA&O en het CvB op te lossen' Lantink: `Bovendien bestaan er veel verschillen tussen de diverse faculteiten. Die willen we in kaart brengen.' Kraaijenbrink: `Het zou mooi zijn wanneer er in ieder geval een soort minimale voorwaarden komt waar alle faculteiten aan moeten voldoen.'
Lantink: `Onze eerste prioriteit is kenbaar maken dat we er weer zijn. We willen onze website up-to-date houden en veel informatie verschaffen. In september houden we een kick off borrel, ook om ons voor te stellen. We zijn erg benieuwd naar de animo.' Kraaijenbrink: `Afhankelijk daarvan kunnen we dan beoordelen of er behoefte bestaat aan borrels, symposia of andere activiteiten.'
En hoe gaat P-NUT zorgen voor de continuïteit? Kraaijenbrink: `Dat blijft lastig want de meeste promovendi zitten hier maar vier jaar. Er is veel druk om je proefschrift op tijd af te hebben en weinig tijd voor dingen ernaast.' Lantink: `Als er een bestuurslid opstapt moet hij of zij zelf voor een opvolger zorgen, dat is nu ons idee.'
Gaat P-NUT zich tot slot ook bezighouden met beleidsonderwerpen, zoals de gevolgen van het bachelor-masterstelsel voor promovendi? Kraaijenbrink: `Zolang het landelijke onderwerpen zijn is dat meer een taak voor het PNN, het promovendi netwerk nederland. Wij richten ons vooralsnog vooral op de relatie promovendus - UT.'
P-nut, van links af Tineke Lantink (pr), Jeroen Kraaijenbrink (voorzitter), Sebastiaan Morssinkhof (penningmeester) en Frans Tillema (tijdelijk bestuurslid, promoveert binnenkort). Niet op de foto secretaris Monique Roerdink.
