In de motie was gevraagd om een plan met daarin een kostenoverzicht voor de bouw van 200 à 400 kamers, de vermoedelijke huurprijs en de termijn waarop een en ander gerealiseerd zou kunnen worden. Het college toonde zich geen voorstander van bouwen op de campus. Haar voorkeur gaat uit naar het steunen van de in Enschede actieve Stichting Studentenhuisvesting Twente (SSHT). Onder enige tijdsdruk concludeerde HR-voorzitter Martin de Bos ten slotte dat het CvB voort moet gaan de motie uit te voeren.
Een voorname rol in de discussie over het al dan niet bijbouwen van wooneenheden op de campus was weggelegd voor de prognoses.
Aan het begin van de vergadering verspreidde Toon den Heijer, een van de KPS-woordvoerders, citaten uit de raadsverslagen van de gemeente Enschede. Hierin geeft burgemeester Wierenga te kennen dat de behoefte aan jongerenhuisvesting tot 1985 circa 3700 kamers bedraagt (`dit zijn nieuwe cijfers') in plaats van de 2500 waar het CvB van uitgaat. Als conclusie formuleerde Den Heijer dat de schattingen op onbetrouwbare wijze tot stand komen en dat er maar snel bouwplannen gemaakt moeten worden. Verder vond Den Heijer dat de THT in de groep (woningzoekende) jongeren niet dusdanige nuanceringen mag aanleggen dat de hogeschool niet langer verantwoordelijkheid draagt.
Ook vanuit DD werd scherp aangedrongen op nieuwbouwplannen. Ham noemde het onverantwoord om niets te doen, zeker omdat de kamernood voor jongeren pas in 1987 opgelost kan zijn. (…)
