`Ik vind dit een goed en belangrijk project, maar eigenlijk zouden de drie tu's dit in eerste instantie op eigen kracht moeten kunnen doen,' zegt Nijs in een interview met het Eindhovense universiteitsblad Cursor. `Het moet mogelijk zijn om met deze drie instellingen tweehonderd miljoen te lenen.'
De bewindsvrouwe is, net als in maart bij de presentatie van het sectorplan, vol lof over de samenwerkingsplannen van de drie tu's. Maar met substantiële bedragen om ze uit te voeren komt ze vooralsnog niet over de brug. `Het is niet echt de taak van de overheid om het allemaal maar te financieren,' aldus Nijs. `Ik zou ook niet weten waar ik het geld vandaan zou moeten halen. Bovendien ga ik niet alleen voor de drie tu's geld opzij zetten. Als je dat ook voor andere universiteiten moet gaan doen die willen gaan samenwerken, kom je al snel aan een half miljard euro of meer.'
Wel wil Nijs kijken of ze `binnen het bestaande beleid' nog `enveloppen' heeft, die passen bij de gepresenteerde plannen. Of de drie tu's dan alsnog een envelop met inhoud tegemoet kunnen zien, moet blijken rond Prinsjesdag, als de rijksbegroting voor 2005 bekend wordt gemaakt. Tegen die tijd zou er bovendien een convenant moeten liggen, vindt Nijs, waarin bedrijfsleven, tu's en overheid vastleggen wat ieders rol is bij de realisatie van het sectorplan.
Rector magnificus Frans van Vught schrikt niet van de uitspraken van Nijs. Hij gaat er vanuit dat er op basis van de met haar gemaakte afspraken een convenant wordt gesloten, waarin ook de financiele kant van het federatieproces is verankerd. `Dat kan heel snel, in elk geval ruim voor Prinsjesdag. Kwestie van een paar A-viertjes zu ik zeggen. Uitstel is teleurstellend en demotiverend. De drie tu's hebben hun nek uitgestoken, alle partijen -ook EZ- zijn erg enthousiast, er is geen weg terug. We moeten er voor oppassen dat het momentum verglijdt. Hij voegt er aan toe dat het tempo van invoering afhangt van de mate waarin geld beschikbaar wordt gesteld. `In principe gaat het om relatief kleine bedragen in vergelijking met wat de overheid elders steekt in het opkrikken van de kenniseconomie. Het gaat erom de budgettaire ruimtes te vinden.' Lenen noemt Van Vught voor de tu's geen optie. `Met de recente vastgoedleningen hebben we de limiet bereikt, dat is ook op het ministerie bekend. Dat geldt ook voor Eindhoven en Delft.'
Intussen zijn de drie tu's volgens Van Vught druk bezig om achter de schermen op instellingsniveau paden te effenen en processen af te stemmen. Onderzoekspeerpuntvorming op tu-niveau (en haar personele impact) is zo'n item, net als de doorstroom van afgestudeerde bachelors naar tu-masters, de relatie met het vwo, de verbreding van de technische bachelor en de invoering van major/minor (in Delft en Eindhoven), gezamenlijke visitaties, en afspraken over de rol en mogelijke aanwezigheid van technologische topinstituten op de tu-locaties.
INTERVIEW NIJS, zie elders UT-Nieuws
