De huidige UT-studenten verwachten de campus na hun afstuderen te verlaten met een studieschuld van gemiddeld 10.900 euro. Maar nog meer investeren in de eigen opleiding kan best: een schuld van ruim 12.000 euro is ook acceptabel, vindt een meerderheid.
Dit blijkt uit een online opiniepeiling van het bureau Newcom Research & Consultancy onder 465 studenten, in opdracht van UT-Nieuws. Aanleiding is de recente discussie over de mogelijkheden die universiteiten krijgen om onder meer hun collegegelden te gaan differentiëren.
Belangrijkste inkomstenbron voor de huidige UT-generatie is de studiefinanciering (voor 40 procent van de studenten). Bij 33 procent van de studenten zijn hun ouders de belangrijkste studiefinanciers, voor 14 procent is hun bijbaan de hoofdinkomstenbron en negen procent voorziet via een lening in het grootste deel van zijn studiefinanciering.
Vierendertig procent van de studenten verwacht zijn huidige opleiding af te kunnen ronden zonder een schuld op te bouwen. Achtendertig procent kijkt na het behalen van zijn bul aan tegen een studieschuld van gemiddeld 10.900 euro. De rest kan nog geen schatting maken. Bij EWI-studenten ligt het gemiddelde van 10.900 euro een kleine duizend euro hoger en bij TNW 2300 lager.
Negenendertig procent van de UT-studenten is bereid een lening te sluiten voor de financiering van zijn opleiding. Vijftien procent leent liever helemaal niets. Opvallend zijn de grote verschillen in leenbereidheid per faculteit. De gemiddelde CTW-student deinst er niet voor terug om een schuld op te bouwen van ruim 15,5 duizend euro; een student Gedragswetenschappen gaat niet verder dan een lening van 6.000 euro.
Als een universiteit goed aangeschreven staat, is 31 procent van de UT-studenten bereid een hoger collegegeld te betalen, maar 52 procent moet daar niets van hebben. Voor een opleiding die meer kans biedt op een goedbetaalde baan, wil 36 procent van de UT'ers meer collegegeld neertellen; 46 procent is dat niet van plan.
Een overgrote meerderheid van de UT-studenten (78 procent) is bang dat de invoering van collegegelddifferentiatie ertoe leidt dat de studiekeuze van potentiële eerstejaars niet meer bepaald wordt door hun interesse en capaciteiten, maar door hun financiële mogelijkheden. En dat is een kwalijke zaak, want maarliefst 89 procent van de UT-studenten vindt dat toegankelijkheid van het hoger onderwijs onafhankelijk moet zijn van de financiële mogelijkheden van de student.
