De Campus Coalitie levert alle negen medewerkervertegenwoordigers. In een verklaring aan alle UT-medewerkers stelt de universiteitsraadpartij echter `niet blij' te zijn met haar verkiezingswinst: `Veel liever hadden we in concurrentie met andere lijsten de kiezers, dus de UT-medewerkers, om een mandaat gevraagd,' aldus CC in haar verklaring.
Pogingen om meer dan 9 kandidaten op de CC-lijst te krijgen, zodat er in elk geval - via voorkeursstemmen - iets te kiezen viel, zijn er wel geweest volgens partijleider en UR-voorzitter Geerten Schrama, maar hebben niets opgeleverd. `We kunnen niets anders dan constateren dar er nog maar één medewerkerpartij over is. Dat verplicht ons ertoe om alle UT-medewerkers zo goed mogelijk te vertegenwoordigen. Ik prijs me daarom gelukkig dat alle faculteiten in onze fractie zijn vertegenwoordigd. Bovendien hebben we twee medewerkers van een dienst én een aio in onze gelederen.'
Schrama steekt zijn teleurstelling over het verloop van de `verkiezingen' niet onder stoelen of banken. Belangstelling en enthousiasme voor het verrichten van u-raadswerk is er volgens hem genoeg. Kandidaatstellingen liepen echter vaak stuk op gebrek aan waardering voor UR-werk door het UT-management, aldus Schrama.
Of, zoals het in de CC-verklaring heet: `Medewerkers die zich willen inzetten voor de universiteitsraad hebben er recht op dat hun takenpakket wordt aangepast. In de praktijk komt daar weinig of niets van terecht, zodat medezeggenschap vooral een kwestie is van inzet en van vrije tijd. Daarnaast is er op de UT een beoordeling- en afrekenstructuur ontstaan, waarin inzet voor de medezeggenschap niet of nauwelijks wordt gewaardeerd. Het is logisch dat medewerkers in deze situatie voorrang geven aan inspanningen die leiden tot meetbare resultaten in onderzoek, onderwijs en managementtaken.'
Om ervoor te zorgen dat er over twee jaar wel weer wat te kiezen valt, zal het UT-management `met het college van bestuur voorop' volgens Schrama daar wat aan moeten veranderen. Zelf wil hij gedurende de nieuwe raadsperiode het contact met de achterban intensiveren en meer medewerkers bij het lopende raadswerk proberen te betrekken.