`The importance of being digital' is de titel van Lansky's lezing. De Amerikaan is sinds 1984 hoogleraar muziek aan de Princeton University en is gespecialiseerd in computermuziek en digitale muzieksynthese. In zijn Tart-lezing (met geluidsvoorbeelden) behandelt hij de vraag in hoeverre de digitale revolutie de opvattingen over geluid en muziek heeft veranderd. Volgens Lansky is de opkomst van digitale technieken in het laatste decennium een van de belangrijkste gebeurtenissen in de muziekgeschiedenis: de technische, conceptuele, artistieke en esthetische gevolgen leiden tot nieuwe inzichten over wat muziek is en kan zijn.
Lansky (1944) begon zijn loopbaan als hoornist, maar promoveerde in 1973 aan Princeton, waar hij elf jaar later hoogleraar werd. Sinds de jaren zeventig houdt hij zich vooral bezig met computermuziek en muzieksynthese. Hij is in het bijzonder gefascineerd door de geluiden van de menselijke stem en gebruikt de computer als een `auditieve microscoop' om die wereld te verkennen. In veel van zijn muziekstukken maakt hij gebruik van gesynthetiseerde of elektronisch gemodificeerde stemmen als centraal element van de `soundscapes'. De popgroep Radiohead gebruikte een sample van Lansky's eerste elektronische muziekstuk in het liedje `Idioteque', zoals vastgelegd op Kid A (2000), en maakte hem bij een breder publiek bekend.
Na de Tart-lezing wil Lansky met het publiek van gedachten wisselen. Componist David Rowland, componist en docent aan het conservatorium van de Saxion Hogeschool Enschede, leidt de discussie.
Dinsdag 18 mei 2004, Amphitheater Vrijhof, 19.30 uur. Toegang gratis. Lezing en discussie zijn in het Engels. Na afloop is de tekst van de lezing in de vorm van een boekje beschikbaar.
![]()