Vorig jaar werd het UT-Team slechts vijfde, maar dit jaar gaat het UT-Team opnieuw voor de winst, met een sneller team. Maar hoe staat het met de concurrentie? UT-Nieuws belde met de captains van verschillende universiteitsteams.
Verassende winnaar van vorig jaar was het Eindhovense team. De Eindhovenaren profiteerden onder andere van de prestaties van een Afrikaanse aio, die naar verluidt kans maakt dit jaar op de Olympische spelen uit te komen voor thuisland Somalië. "Tuurlijk gaan we weer voor de winst', zegt teamleider Anthol Smits. `Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. We hebben dit jaar een heel nieuw team. Er zijn een paar snelle mannen weg, maar de dames zijn iets beter dan vorig jaar.'
De Eindhovense toploper Rik van Laarhoven, die vorig jaar de slotetappe liep, was dit jaar een tijd uit de running wegens een hersenvliesontsteking, maar bleek onlangs alweer verreweg de snelste bij de kwalificatieloop. `Qua toplopers zitten we redelijk gelijk met andere universiteiten,' zegt Smits. `We moeten hopen op positieve uitschieters in de middenmoot, dan kunnen we winnen". In principe ziet hij Groningen echter weer als de grote favoriet.
`We willen heel graag winnen,' onthult Liselotte de Wit, captain van het Groningse RUG/Hanze-team. De snelste lopers komen van studentenatletiekvereniging Vitalis, aangevuld met hbo-studenten en andere noordelijke loopliefhebbers. Het Groningse kanon Niels de Bruin wordt weer ingezet op de slotetappe, die hij - met een persoonlijk record van 30:30 op de 10 km wel eens zou kunnen winnen. Per mail vult de Groningse organisatiecommissie nog aan: `De Groninger loper kan gekwalificeerd worden als de Ethiopiër van Nederland: door onze lichaamskenmerken zijn wij uitermate geschikt voor het lange afstandslopen.'
`Wij gaan voor de top 7 overall en de top 4 van de universiteiten,' kondigt Jelle Kok, teamcaptain van de Universiteit Amsterdam aan. De UvA boekte de laatste jaren grote vooruitgang geboekt en eindigt steeds hoger in het eindklassement. Vanuit het Bata-team ontstond vorig jaar zelfs een nieuwe studenten atletiekvereniging. `Maar we gaan niet winnen', stelt Kok nuchter vast. `We zijn allicht beter dan vorig jaar: toen hebben we door pech met ons busje tien 10 minuten stil gestaan.' Eindtijd: 11:10, schat de Amsterdammer.
Nijmegen had jarenlang het snelste universiteitsteam, maar won voor het laatst in 1998. Over de eigen kansen zijn ze dit jaar niet optimistisch. Heleen Plaatzer van het Nijmeegse KUN-team: `Winnen? Dat gaan we volgend jaar doen. Dat moet je langzaam opbouwen,' lacht ze. `Het was dit jaar al moeilijk een volledig team bij elkaar te krijgen. Een kwalificatieloop organiseren, zoals veel universiteiten doen, lukt hier niet. Er zijn gewoon te weinig deelnemers.'
UT'er Andries Koers verwacht een felle strijd tussen Enschede en Groningen. `Hopelijk dit keer met Enschede als winnaar natuurlijk.' De Twentse heren zijn wat sterker dan vorig jaar. Meer moeite kostte het ook snelle dames bij elkaar te krijgen. Wel kan de UT dit jaar bogen op een sterke slotloopster, het nieuwe looptalent Jenny Wassenaar. Winnen zal ze de slotetappe niet, want die eer valt waarschijnlijk net als vorig jaar het Nijmeegse loopfenomeen Pauline Claessen toe.
Groningen wil niet te veel kwijt over prognosetijden en wil zelfs de namen van de lopers niet onthullen. Via internet heeft Koers echter al veel namen en tijden van Groningse lopers weten te bemachtigen: `Ik heb het hele Groningse team al door Google gesleurd.' Op de vraag of het UT-Team dan gaat winnen antwoordt hij tactisch: `Laat ik zeggen dat wij denken dat het winnende team er 10 uur 30 over doet.' Koers laat een grafiekje zien waarin de gemiddelde loopsnelheid van de snelste universiteit van da afgelopen jaren is uitgezet. Er is een stijgende lijn te zien: in `98 werd er gemiddeld 16,5 kilometer per uur gelopen en vorig jaar al bijna 17 kilometer per uur. `De winnaar van dit jaar loopt naar verwachting 17,10 kilometer per uur,' volgens Koers.
`Natuurlijk gaan wij winnen!' meldt Marianne Bouwman van het Utrechtse universiteitsteam, dat vorig jaar in de onderste regionen eindigde. `We hebben een heel nieuw team: alleen maar diergeneeskundestudenten.' Wandelende Takken is de teamnaam, en op de shirts prijkt de ondertitel `Takkewijven en Bosjesmannen'. Bouwman: `Wij zijn niet allemaal hardlopers, maar wel heel sportieve mensen!' De Utrechtenaren hebben geen kwalificatiewedstrijden, geen prognoses, en geen tactiek. `Ons enthousiasme gaat ons naar de overwinning leiden! Wij trainen gezamenlijk in het Wilhelminapark, dat is goed voor de teamspirit. En feestbeesten als we zijn, gaan we natuurlijk ook allemaal naar het slotfeest.'