In de vertrouwelijke notitie `Projectkosten Sector Wetenschap & Technologie', die geen deel uitmaakt van het gepubliceerde rapport `Slagkracht in innovatie', onderbouwen de drie tu's de 209 miljoen euro `transitiekosten' die zij vergoed willen zien. Het grootste deel hiervan, 138 miljoen, is gemoeid met de ontdubbeling en onderlinge afstemming van het gezamenlijke onderzoek. De rest van het bedrag gaat zitten in het optuigen van het drie tu-instituut voor kennisvalorisatie en in de afstemming van het onderwijs.
De `personele maatregelen' die nodig zijn om - zoals afgesproken - per instelling 12 tot 15 procent van de eerstegeldstroom om te buigen ten behoeve van onderzoeksherprioritering, brengen `hoge wachtgeldkosten en langdurige outplacementprocedures' met zich mee, staat in de notitie. De opstellers gaan uit van 88 miljoen euro voor de tu's gezamenlijk.
Zoals vorige week gemeld, reageerde de universiteitsraad geschrokken op deze cijfers: 360 fte's vormen immers het grootste deel van de 616 wetenschappers die de UT per 2002 in dienst had. In de overlegvergadering met het college van bestuur van afgelopen dinsdag ontkrachtte het CvB echter de meest venijnige passages uit de notitie, die het college overigens -ondanks diverse perspublicaties hierover- nog steeds als vertrouwelijk beschouwt.
Volgens CvB-lid Willem te Beest gaat het bij de genoemde 360 fte's niet uitsluitend om wetenschappelijk personeel in vaste UT-dienst. Dit in tegenstelling tot de formulering in de notitie. Het getal van 360 vloeit volgens Te Beest voort uit een statistische berekening die is losgelaten op het totale personeelsbestand van de drie tu's. Bovendien, voegde rector Frans van Vught er aan toe, gaat het niet alleen om overtollige banen, maar ook om medewerkers die zich intern zullen moeten `heroriënteren' of moeten verhuizen naar Delft of Eindhoven. En omdat de ombuigingsoperatie zich uitstrekt over acht boekjaren, helpen natuurlijk verloop en al gerealiseerde reorganisaties ook een handje. `Al met al mogen we verwachten dat het niet om aantallen gaat waar we ons grote zorgen over moeten maken,' aldus Van Vught. Gedwongen ontslagen uitsluiten kon hij niet, `maar daar streven we uiteraard wel naar.'
De raad voelde het college ook aan de tand over de vage bestuursstructuur voor de drie-tu-federatie, met `doorzettingsmacht' voor de drie CvB-voorzitters. Van Vught legde uit dat die `doorzettingsmacht' vertaald moet worden als `voorgenomen besluiten'. Hij erkende echter dat de echte spelregels de komende maanden nader uitgewerkt moeten worden. Daarbij is nu eerst een belangrijke rol weggelegd voor de voorzitters van de drie raden van toezicht, aldus Van Vught.