Snelle auto's en grazende dino's

| Redactie

Studievereniging Isaac Newton ging vorige week op studiereis naar België en Duitsland. Twaalf studenten werktuigbouwkunde bezochten bedrijven als Opel, BP en RWE Tagebau. Casper Bosschaart, vierdejaars en bestuurslid, hield een dagboek bij van een interessante trip. Thema: transport.


Maandag 29 maart

In een busje en een kleine personenwagen gaan we naar het Brabantse vestingstadje Heusden. Ons doel is Scheepswerf de Hoop. De hoge kranen torenen al van ver boven de zeventiende eeuwse huisjes uit. De ontvangst in het hoofdgebouw - beetje vergane glorie- is vriendelijk. De werf heeft betere tijden gekend, vertelt onze gastheer. Twee studenten richtten het bedrijf in de jaren twintig op, waarna een gestage groei volgde. Maar een jaar of twintig geleden ging de werf failliet. Vele overnames en fusies lieten hun sporen na op de werf en haar werknemers.

Dan volgt een confrontatie met werktuigbouwkunde op grote schaal. In enorme loodsen zien we, door een smogachtige mist in de verte, het schelle licht van lassers. Enorme stalen platen worden verstevigd met lange dwarsbalken. Boven alles klinkt steeds het brute geluid van het walsen en buigen van staal.

Opel Belgium in Antwerpen, de locatie waar de Astra's van de band rollen, is het volgende doel. In de grote productiehallen van de fabriek, die in het havengebied ligt, zien we hoe een rol staal vermaakt wordt tot een complete auto. Stap voor stap krijgen de wagens hun vorm. We raken onder de indruk van de vloeiende bewegingen van de vele puntlasautomaten rond de verschillende onderdelen. Om een Astra zijn vorm te geven zijn ongeveer vijfduizend puntlassen nodig. We slapen die avond in het clubhuis van de zeescouts, een prima optie om de kosten van zo'n week te drukken. Kampvuurtje en wat bier. Vroeg wordt het niet.

Dinsdag 30 maart

Niet al te fit staan we rond een uur of zeven op. De tocht voert ons naar BP in Geel, vlakbij Antwerpen. De ochtendspits slaat toe, we komen te laat bij deze petrochemische plant. Wat opvalt is dat BP een slechte relatie heeft met de bezorgde omwonenden ondanks verwoede pogingen van het bedrijf de buurt gerust te stellen. Het weer is intussen stevig opgeklaard, dus we koersen terug naar de Antwerpse binnenstad. We genieten we van een handvol Belgisch biertjes.

`s Avonds duiken we met z'n twaalven op in een plaatselijke karaokebar, waar we al gauw collectief het podium betreden om het nummer Baby hit me one more time van Britney Spears aan te heffen. Lachen. Het klinkt voor geen meter! Enkele mensen verlaten het café verlaten, anderen klappen.

Woensdag 31 maart

We bezoeken eerst het spoorwegmuseum in Brussel en proberen daarna door de complete verkeerschaos de weg naar Charleroi te ontdekken. Sonaca, de bestemming voor deze middag, is een contracter voor onder andere de Europese vliegtuigbouwer Airbus en het Braziliaanse Embraer. Ze maken er het `voorhoofd' van de Airbus A380, het megavliegtuig dat over een paar jaar zijn eerste proefvlucht maakt. Verder houden ze zich vooral bezig met het ontwerpen en bouwen van vleugels voor andere Airbus-types, met de nadruk op de zogeheten slats om te grote ijsafzetting op de vleugels te voorkomen. In het Fransachtige Engels van onze gastheer klinkt slats verdacht veel als "sluts", wat voor hilarische momenten zorgt. De rit naar de jeugdherberg, onze volgende overnachting, verloopt moeizaam. De route stuurt ons over een onverhard en stijl bos- annex fietspad.

Donderdag 1 april

Alweer vroeg op: richting Aachen. Vandaag staat Steinmetz Opel Tuning op het programma. Een bedrijf dat niet alleen Opels, maar ook onder de naam AC Schnitzer, BMW's opleukt met toeters en bellen. `s Middags bezoeken we een soortgelijk bedrijf in Bottrop, dat duidelijk een betere smaak heeft, en vooral auto's van Mercedes en Maybach modificeert. Ze kosten een paar cent, maar je krijgt er wel wat voor. De Mercedesmotorblokken worden in een eigen werkplaats onder handen genomen. Denk daarbij aan het uitboren van de cilinders en diverse andere bewerkingen voor een excellente oppervlaktekwaliteit in de cilinderschacht.

Vannacht overnachten we in de keet van de scouting nabij Keulen. Geïnspireerd door het prachtige weer besluiten we te gaan barbecuen. Daarna drinken we een paar biertjes in een leuke `Studentenkneipe' in de binnenstad, die gemarkeerd wordt door zijn stijlvol verlichte Dom.

Vrijdag 2 april

Spartaanse nacht in de schuur van de Pfadfinder. Geen water laat staan koffie. Het volgende bedrijf maakt veel goed. We zijn te gast bij RWE Tagebau in de buurt van Keulen, een immense put waarbij bruinkool wordt gedolven. De delfstof dient onder andere voor de opwekking van elektricteit in de nabijgelegen centrale. Over twee jaar is de locatie uitgeput en verschuift het zaakje een paar kilometer naar verderop. Met het oog daarop is een heel dorp uitgekocht; voor de bewoners heeft het bedrijf elders een nieuw dorp neergezet. In de rondrit zien we het spookdorp en de vinexlocatie, waar menig Nederlandse stad nog wat van kan leren, qua infrastructuur. We zien ook een stuk dagbouw. De machines zijn belachelijk groot en niet van deze planeet. Vol verbazing bekijken we het immens grote schoepenrad waarmee de grond wordt afgegraven. Het naargeestige gevoel dat ons bekruipt wordt alleen maar versterkt als we een kijkje nemen over de rand van de enorme kuil. Liefst zeventien van deze apparaten doen hun werk, als grazende mechanische dinosauriërs. Na de rondrit rijden we door speciale douches om de dikke laag stof van onze auto's af te spoelen. We zijn een hoop ervaringen rijker.

Casper Bosschaart

De machines van RWE Tagebau zijn belachtelijk groot en niet van deze planeet


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.