Superieur gezeur

| Redactie

In deze rubriek wisselen gastauteurs elkaar, op uitnodiging van de redactie, af. Deze week prof.dr.mr. A. Brack, hoogleraar juridische aspecten van de bedrijfskunde, faculteit TBK. De aanleiding voor dit stukje is een boek van Karel van het Reve. Het is een bundel voordrachten voor de Wereldomroep, getiteld 'Luisteraars!'. Karel situeert zijn toehoorders in de binnenlanden van Afrika en houdt ze o

In deze rubriek wisselen gastauteurs elkaar, op uitnodiging van de redactie, af.

Deze week prof.dr.mr. A. Brack, hoogleraar juridische aspecten van de bedrijfskunde, faculteit TBK.

De aanleiding voor dit stukje is een boek van Karel van het Reve. Het is een bundel voordrachten voor de Wereldomroep, getiteld 'Luisteraars!'. Karel situeert zijn toehoorders in de binnenlanden van Afrika en houdt ze op de hoogte van de toestand in de wereld, in het bijzonder Nederland, meer in het bijzonder Amsterdam (en soms Moskou).

Je hebt drie soorten mensen, of eigenlijk vier: mensen die niet lezen, mensen die Karel van het Reve lezen of die zijn jongere broer lezen (des avonds natuurlijk). De vierde soort leest ook, maar iets anders. Voor personeel van de UT beveel ik in het bijzonder aan het stukje over klootschieten - ik heb zelden iemand zo helder spelregels zien uitleggen -, dat eindigt met het eten van 'moos' (de 'wos' is Karel vergeten) en 'Arthur's promotie', waarin hij verslag doet van zijn eerste promotie als promotor, waarvoor hij al dagen zenuwachtig is.

Exemplarisch voor hoe hij te werk gaat is het stuk over Ronald Koeman, die een contract als profvoetballer bij Barçelona heeft getekend. Dat zou Karel ook wel willen; (ex-)communisten hebben heimelijk iets kapitalistisch! Hij fantaseert over hoe hij met zijn vrouw in Catalonië zal wonen, welke taal ze zullen spreken en wie er allemaal zullen komen logeren. Dat gaat zo door tot hij zich realiseert dat hij niet zo goed kan voetballen.

Karel's redeneringen en twijfels aan het voor de hand liggende zijn ogenschijnlijk volstrekt aannemelijk. Hoewel je soms het gevoel bekruipt dat er iets niet klopt, weet je niet meteen waar de schoen wringt. Aio's en post-docs en al het universitaire personeel zouden K.v.h.R. moeten lezen om de geest scherp te houden: kloppen zijn argumenten wel en zo nee, waarom niet?

Om u hierop voor te bereiden, zal ik een voorbeeld geven. In het stukje 'Academische titulatuur' gaat het over al dan niet wettelijk beschermde titels. De nieuwe minister van Onderwijs, wiens naam K. niet te binnen wil schieten, wil alleen nog maar de titel van doctor wettelijk beschermen (het stukje is gedateerd 17 april 1990). 'Die andere, zoals doctorandus, en meester en ingenieur, zullen, denkt hij, dan vanzelf uitsterven. Hoe hij daarbij komt, begrijp ik niet'. (...) 'Minister of geen minister, ik denk niet dat bijvoorbeeld de duizenden Nederlandse doctorandussen zich die titel zullen laten afnemen'. Let op: wat hier niet klopt is, dat een titel die niet langer wettelijk beschermd is, helemaal niet wordt afgenomen. Vanwaar anders dat uitsterven?

Nu een oefening. K. is bij Annie M.G. Schmidt op bezoek geweest. Zij kan alleen nog schrijven met een Oostduitse typemachine met grote lettertoetsen. Die zijn alleen nogmaar met betaling in Westmarken te koop. Niemand koopt die schrijfmachines meer, want ze zijn niet duurzaam. K. hoopt dat die fabriek failliet gaat, want dan komt de voorraad in de uitverkoop. Dan kan Annie er een paar kopen, zodat ze weer vooruit kan. Waar zit de fout in de redenering?

In het laatste stukje, enigszins katholiek getiteld: 'Beminde luisteraars!', neemt K. afscheid van zijn toehoorders. Hij liet zijn stukjes gesproken woord de wereld inzenden, maar of het ook ergens ontvangen werd, daarover heeft hij zijn twijfels. Desondanks deelt hij mee: 'Op het ogenblik, kan ik u verzekeren, is alles rustig'.

De bundel eindigt aldus: 'Koningin Beatrix regeert ons met milde, doch vaste hand. Omdat ik zo lang voor de Wereldomroep gewerkt heb, heeft zij mij een paar dagen geleden benoemd tot ridder in de orde van de Nederlandse leeuw. Dank u. De ridderorde zit in een doosje, met een papiertje erbij waarop gedrukt staat dat ik deze versierselen aan de Nederlandse staat terug moet geven als ik dood ben. Ik hoop maar dat ik dat niet vergeet. Vaarwel. Het ga u goed, waar ook ter wereld.'

Antoni Brack

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.