Het IMC heeft het afgelopen jaar veel energie gestoken in de acquisitie binnen en buiten de UT. Toch is volgens de laatste voortgangsrapportage het werkaanbod in het derde kwartaal na een forse terugval in het tweede opnieuw achtergebleven bij de planning. Het zal een hele toer worden om voor 1995 het worst-case scenario van het IMC Bedrijfsplan 1995-1997 te halen. Waarschijnlijk komt het IMC 320 duizend gulden tekort.
IMC-directeur ir. M. Florijn benadrukt dat ook andere facultaire werkplaatsen met een tekort aan opdrachten kampen. 'Het maakwerk is er gewoon niet, want het is niet zo dat de UT-opdrachten met bakken tegelijk naar externe bedrijven gaan.' Het ligt volgens hem aan de krappe onderzoeksbudgetten, het feit dat apparatuur die vroeger door het IMC werd gemaakt nu commercieel verkrijgbaar is, en de neiging van onderzoekers om hun modellen eerder via simulatie te testen dan met concrete proefopstellingen.
De recente terugval is volgens Florijn met name veroorzaakt doordat medio 1995 twee grote klussen (een supergeleidende magneet voor TN en de mobiele robot MART voor WB) afliepen zonder dat zich al nieuwe grote opdrachten hadden aangediend. Er waren verder te weinig kleinere opdrachten om de exploitatie dekkend te krijgen. Daar kwamen vervolgens nog eens de door het CvB afgekondigde bezuinigingen in de eerste geldstroom bovenop.
Een extra tegenvaller was het feit dat een grote CT-opdracht voor de bouw van een 'warme pyrolysereactor' aan de neus van het IMC voorbij lijkt te gaan. Hoewel het IMC het ontwerp heeft uitgevoerd, lijkt de klus als bijdrage in natura te worden gegund aan machinefabriek De Schelde, die als derde geldstroompartner in het bewuste promotieproject participeert.
Florijn: 'Wij mogen wel een bepaald kritisch onderdeel van de pyrolysereactor maken. Ik heb ze bij CT toen nog uitgelegd dat je het voortbestaan van het IMC niet echt helpt als je ons wel de risicovolle rotklussen laat doen, maar simpele werkzaamheden waar wat aan te verdienen is aan buitenstaanders gunt.' Overigens is de deal met De Schelde volgens Florijn nog steeds niet rond. 'Het zou me niet verbazen als we de opdracht alsnog krijgen.'
Florijn beklemtoont dat hij inmiddels positiever is gestemd dan medio dit jaar ('Toen hadden in de werkplaats vijf van de twaalf werknemers op een bepaald moment niets anders te doen dan hun spulletjes schoon te houden'). Het werkaanbod is het laatste kwartaal van 1995 namelijk flink aangetrokken: 'Opeens diende zich de ene klant na de andere aan. We zitten nu weer volop in het werk, in ieder geval tot en met februari. Momenteel hebben we bij het IMC zelfs een luxeprobleem: we willen alle nieuwe opdrachtgevers accomoderen, en moeten nu zien hoe we dat voor elkaar boksen.'
Veel effect op het resultaat over 1995 zal die recente omslag niet meer hebben, vreest Florijn. Het IMC-bedrijfsplan 1995-1997 schetste twee scenario's: een optimaal 'ingroeiscenario' met een kostendekkende exploitatie gebaseerd op een capaciteit van 11 500 manuren, en een worst case scenario op basis van een bezetting van 9500 uur. In 1994 werd echter slechts 9200 manuren gerealiseerd, maar toen werkten de reorganisatieperikelen nog door. Voor dit jaar verwacht Florijn een bezetting van 8000 manuren te halen. Daarmee denkt hij 700 duizend gulden binnen te halen. Maar voor kostendekkende exploitatie is één miljoen gulden nodig.
Ook voor komend jaar rekent Florijn op een tekort in de begroting. 'Wemikken voor 1996 opnieuw op het halen van het worst case scenario, in de veronderstelling dat dat in ieder geval haalbaar moet zijn', aldus Florijn. 'Daar staat tegenover dat het resultaat voor 1996 er heel wat positiever uit zal zien als het werkaanbod zich zo blijft ontwikkelen als nu.'
Het financiële probleem van het IMC is volgens Florijn dat kostendekkende exploitatie een optelsom is van uurtarieven, capaciteit en de centrale bijdrage van de UT. Het break-even point zit vanwege de hoge vaste lasten tegen de maximale capaciteit aan. Het IMC moet dus maximaal draaien om te renderen. 'Er hoeft dan niet zo verschrikkelijk veel te gebeuren of je zit meteen onder de nullijn. Als de maximale capaciteit vanwege een tekort aan opdrachten niet wordt gehaald, valt er meteen een groot gat. De tarieven kunnen niet hoger, want dan prijst het IMC zich uit de markt. En de personeelsomvang kan na alle afslankingen niet verder worden teruggebracht zonder de all-round expertise van het IMC aan te tasten.'
Komende week bespreekt het CvB een tussentijdse evaluatie van het driejarig ingroeitraject van het IMC. Volgens plan wordt het ingroeitraject medio 1997 in zijn geheel geëvalueerd. Florijn wil echter voorstellen om het IMC nog tot eind 1997 de kans te geven om het ingroeitraject af te maken, aangezien het reorganisatiejaar 1994 moeilijk mee kan tellen.
Hoewel het momenteel weer beter gaat met het IMC erkent Florijn dat het over zes maanden opnieuw helemaal mis kan zijn. 'De toekomst van het IMC blijft in feite koffiedik kijken. Het zal financieel met het IMC altijd spannend blijven. Misschien zul je er straks, na een jaar ATD en drie jaar IMC, toch niet aan ontkomen om de technische ondersteuning aan de universiteit op een andere manier te organiseren', aldus Florijn.