Van marketing bij groot chemieconcern

| Redactie

'Wat moet een chemisch bedrijf nou met een biomedische WWTS'er?', vroeg Monique Tekelenburg (29) zich af, voor ze voldeed aan het verzoek van de Limburgse chemiereus DSM te solliciteren. Ze deed het toch maar, en nu, vijf jaar ervaring op de marketingafdeling rijker, heeft ze geen spijt. 'De weg die ik heb bewandeld past toch het meest bij mij.'

Het zijn voor Tekelenburg de laatste dagen in dit grote, moderne, chroomkleurig kantoor vlakbij station Sittard. Ze maakt zich op voor een nieuwe functie als sales-manager in Utrecht, binnen hetzelfde concern. Want verkoopervaring is een must voor iemand die een verdere loopbaan in de marketing

ambieert. Voorlopig zal ze iedere dag heen en weer reizen. 'Nou, ik zou zo'n vrouw niet moeten hebben', reageren sommige collega's. 'Tja, als mijn man het absoluut niet had gewild om een of andere reden, dan moet je daar gewoon over praten en een oplossing zoeken.'

In de hoek van haar werkkamer liggen motorpak en spijkerbroek, inmiddels verwisseld voor een rokje en een blouse. Voor klanten steekt de WWTS-ingenieur zich zelfs onberispelijk in mantelpak. Maar haar gezicht verraadt geen sporen van make-up. De voormalig wedstrijdroeister, die voor Euros twaalf blikken trok, combineert zakelijkheid met sportiviteit.

Praktisch

Het commerciële aspect van haar werk vindt zij een noodzakelijke voorwaarde: 'Tijdens mijn studie liep ik stage bij het Roessingh. Ik vond het op zichzelf leuk om onderzoek te doen. Maar de gezondheidszorg viel mij tegen, die houding van: 'Ach, morgen is er weer een dag.' Ik ben erg resultaatgericht, praktisch. Dat paste dus niet helemaal, maar ik vind het wel heel leuk met mensen én techniek bezig te zijn.'

Daarom juist had ze al op het atheneum besloten dat ze de kopstudie biomedische technologie wilde doen. Aangezien krachten, gewichten en bewegende dingen haar aanspraken begon ze met werktuigbouwkunde. 'Mijn plan was in het derde jaar voor de biomedische richting te kiezen. Maar in het tweede jaar vond ik de studie te theoretisch worden. Toen moest je elektromotoren berekenen en zo. Ik dacht: later heb ik dat toch niet nodig. Dus ben ik na het eerste trimester via een vriend bij WWTS beland. Daar kon ik veel eerder biomedische vakken gaan doen.'

Hoge pieten

Na haar stage wist ze in ieder geval dat ze niet de gezondheidszorg in wilde. Voor de aardigheid reageerde ze op een advertentie voor een vijfdaagse business-course industriële marketing bij DSM en was warempel één van de 24 gelukkigen. 'Ik had geen enkel vak over marketing gedaan, dus ik zat daar zo van: 'Jongens vertel het me maar.' Je ontmoet ook allerlei hoge pieten van DSM. Voor hun is het een kennismaking met geschikte kandidaten.' Een maand voor haar afstuderen kreeg ze dan ook het verzoek te solliciteren en dat mondde uit in een baan als marketing-assistent voor een (bepaald soort) polyetheen.

'Industriële marketing heeft niet zo zeer te maken met promotie, maar met de vraag: wat kan ik naar welke klant sturen voor een voor hem economische prijs. Wij leveren aan bedrijven die boterhamzakjes maken en aan bedrijven die plasma-zakken maken; een Spaanse spuitgieter is beslist geen Duitse. Heel belangrijk is ook dat je trends in de markt herkent. Het is absoluut niet vergelijkbaar met de marketing van wasmiddelen of zoiets, dat trekt mij ook niet. Het moet echt gaan om industriële produkten.'

Voordeel

Zij ervaart haar technische achtergrond dan ook als een voordeel. 'Je moet problemen die bij de produktie en logistiek optreden begrijpen en oplossen. Voor economen is dat soms lastiger, bijvoorbeeld om in te schatten van welke orde-grootte een klacht van een klant is.'

Doorgroeien

Uiteindelijk wil Monique Tekelenburg via een baan als business-manager doorgroeien tot marketing-manager van een bepaalde groep kunststoffen. Dat betekent nu eerst een functie als sales-manager, verkoper. Ze zal in die functie de enige vrouw op het verkoopkantoor in Utrecht zijn, maar dat benauwt haar niet. 'Het lukt me wel, op mijn eigen manier. Ik verwacht niet dat ik de werktrant één op één van mijn collega's kan overnemen. Iedereen heeft natuurlijk zijn eigen manier, maar voor een vrouw is dat nog weer anders. Het wordt niet geaccepteerd van een vrouw dat ze zich als man opstelt, dan ben je direct een manwijf. Mannen communiceren ook anders met vrouwen dan met andere mannen.'

'Ik denk dat je jezelf meer moet bewijzen. Dat je moet laten zien dat je je ingenieurstitel waard bent.' Eng of vervelend vindt ze dat niet. 'De meeste mannen zijn groot geworden in de tijd dat de vrouw achter het aanrecht stond. Dat wil niet zeggen dat ze negatief staan tegenover vrouwen in hogere functies. Ze moeten alleen wennen aan het idee. We zijn nu verwikkeld in een cultuuromslag. Daar zit ik middenin.'

'Bij de roeivereniging heb ik geleerd te gaan waarvoor je staat. Je moet wel sociaal vaardig zijn omdat je veel met dezelfde mensen omgaat. Als je met een team de eindstreep wilt bereiken moet niet alleen jij je lekker voelen, maar ook de rest van het team.'

Licentie

'Ik ben niet iemand die zegt: mijn werk is mijn leven. Er zijn zoveel dingen die ik óók belangrijk vind. Wil je geest topfit zijn, dan moet je lichaam dat ook zijn.' Tekelenburg roeit daarom nog steeds en leeft zich tevens uit in motorrijden en reizen. Naast haar vijftigurige werkweek bij DSM haalde ze dé marketingdiploma's NIMA-A en B, omdat ze vond dat ze op diploma-gebied achterliep. Daarna wilde ze wel weer eens wat met haar handen doen en haalde de licentie voor sportmasseur.

'Ik heb nog zoveel te doen, ik kan er geen kinderen bij hebben nu. Niet dat ik die niet leuk vind, maar ik heb er geen behoefte aan op dit moment. Het is voor een carrière ook een handicap. Kinderen zijn best te combineren met werk, maar of je dat wilt... het is een hele zware combinatie, met reizen, roeien en je vrienden. Maar misschien dat het wel lukt om andere prioriteiten te stellen als ik de behoefte voel.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.