Een nieuwe produktiestrategie moet niet alleen mikken op efficiency, maar vooral ook op kwaliteit en flexibiliteit. Dat vergt wel een betere afstemming van het complete industriële proces (ontwerp, produktie, distributie). Bij zo'n 'integrale produktie vernieuwing' moet bovendien ook worden ingespeeld op de opmars van nieuwe technologieën (met name informatie- en telecommunicatietechnologie), organisatie- en besturingssystemen.
Het CPLOM wil in dat licht de bestaande UT-activiteiten op de vakgebieden produktie, logistiek en operations management 'profileren'. Centraal staat dus een multidisciplinaire benadering vanuit technologische, bedrijfskundige en toegepast wiskundige kennis. Als research- en kenniscentrum mikt het CPLOM zowel op het stimuleren van fundamenteel en fundamenteel-strategisch onderzoek, als de ontwikkeling van praktisch bruikbare hulpmiddelen.
De initiatiefnemers willen de contacten met de industrie flink gaan uitbouwen om de transfer van onderzoeksresultaten - in de vorm van contractonderzoek, cursussen, seminars etc. - te bevorderen. Via pilotstudies wil men zorgen dat het onderzoek steeds goed aansluit bij de strategische vragen en de praktische managementproblemen van de industrie. De idee is dat op die manier interessante onderzoeksvragen worden geboren.
De nu bij het CPLOM betrokken vakgroepen zijn: Produktie en Operationeel Management (WB), Produktie- en Ontwerptechnologie (WB), Operationele Methoden en Systeemtheorie (TBK), Technologie en Organisatie (TBK) en Stochastiek en Operationele Research (TW). Contact is ook gezocht met de WB-vakgroepen die participeren in het Centrum voor Integrale Produktieverniewing (CIPV), zoals Ontwerpen in Kunststoffen, Technische Mechanica en Tribologie, Materiaalkunde en Werktuigbouwkundige Automatisering.
Het CPLOM functioneert al geruime tijd als centrum van onderzoek en dienstverlening. Tot nu toe bestond de basis daarvoor - ondanks het ontbreken van de officiële instituutsvorm - uit contractresearch voor het bedrijfsleven en uit enkele onderzoeksubsidies, 385 duizend gulden van de provincie Overijssel vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en twee miljoen gulden vanuit het Onderzoeks Stimulerings Fonds voor het CPLOM-onderzoekprogramma Integrale Produktie Vernieuwing (IPV).
